„Nederlander moet weer leren wat smaak is”
„Gezond wordt lekkerder dan ongezond.” Dat voorspelde initiatiefnemer Hans Steenbergen dinsdag op de Food Inspiration Days in Veghel. Tijd voor een zure mat van komkommer.
Het is een hele beleving om de voedselinspiratiedagen in Veghel te bezoeken. Alleen de locatie al: een voormalige veevoederfabriek in de Oude Haven van de Noord-Brabantse plaats. Bezoekers lopen tussen de trechters en buizen waar vroeger het veevoer door stroomde.
Voor het tweedaagse voedselcongres is het complex omgetoverd tot een soort feestlocatie, met slingers en banners in allerlei kleuren en met medewerkers die gesminkt zijn met glitters. Maar het is direct duidelijk waar het hier om draait: om het eten van de toekomst. Dames met dienbladen lopen rond om bezoekers de nieuwste hapjes en creaties te laten proeven.
In de foodmarkt komen bedrijven in contact met de restauranthouders en koks die de Food Inspiration Days bezoeken. Ze maken er onder andere kennis met het snoepgoed van de toekomst: zure matjes gemaakt op basis van komkommer, marshmallows met gele paprika en nieuwe slush puppies van pompoen.
De trend is ”gezond” in voedselland. „Dat stond lange tijd gelijk aan niet lekker”, zegt Steenbergen. „Koks brengen nu gezond eten op smaak zodat het straks lekkerder is dan ongezond.”
Het snoep van nu zit bomvol suikers en E-nummers die alle smaak overstemmen, vindt de trendwatcher. „Smaak moet je leren. In Italië snappen ze dat, maar Nederlanders moeten wat dat betreft opgevoed worden.”
Er is volgens de voedselexpert een fundamentele omslag gaande. „Het gros van de Nederlanders geeft niets om voedsel, als het maar lekker en goedkoop is. Maar de millennials, geboren tussen 1980 en 2000, willen weten wat ze eten. Deze groep wantrouwt het eten van nu.”
Gelogen
Millennials willen niet bedrogen worden, ook niet als het om voedsel gaat. „Er is veel te veel gelogen in de voedselbranche”, zegt Steenbergen. „Producten werden als gezond of vers aangeprezen terwijl ze dat helemaal niet waren. De consumenten van de toekomst pikken dat niet. Ze zijn opgegroeid met internet en pluizen alles uit. Ze willen weten hoe hun eten tot stand is gekomen is en wat er precies in zit.”
Matthijs Baan, melkveehouder in de Alblasserwaard, sluit naadloos aan bij die trend. In de hal waar het om agrifood draait, vertelt hij dat het zijn ambitie is om van elke fles traceerbaar te maken welke koe de melk gaf. Hij laat een filmpje zien waarin mensen in Rotterdam reageren op het idee en de melk. De een noemt de melk „grappig”, de ander vindt dat het „echte, echte melk is.”
Ook in de zaal wordt er positief gereageerd. Maar het idee alleen is niet genoeg. Want hoe krijg je zo’n product op de markt? Met die vraag kon Baan terecht bij Roelof van Dinter, directeur Out-of-Home van Coca-Cola, een voorbeeld van gepromote creativiteit. Wat opvalt is dat het initiatief bij de jonge boer zelf vandaan komt. Een stukje angst levert dat ook op, verteld Baan. „Je weet niet wat je kunt verwachten, je hebt alleen maar koeien gemolken.”
De verse groente en fruit op de tafels trekt de aandacht. Hier een rode peper, daar een groene peer. Het is representatief voor wat de sprekers promoten tijdens de ‘Agri-food’ lezing: creativiteit. „Agrariërs leven in een bubbel en moeten creatiever worden om meer waarde te krijgen onder de nieuwe generatie”, zegt Steenbergen.
Maar hoe kun je als agrariërs creatiever zijn? De tweede melkveehouder, Floor de Kanter, vertelt daar over. Naast het agrarische bedrijf heeft zij, samen met haar man, een winkel en zorgboerderij. Dat er veel mensen over de vloer komen vindt zij niet erg. „Mensen kunnen alles zien en dat werkt heel gezond. Er worden meer vragen gesteld aan ons en dat maakt ons juist bewuster van onze manier van werken.”
De creativiteit en transparantie wordt gepresenteerd als de toekomst voor boeren. „Laat ons weer ons werk doen. Het product van de boeren moet weer met liefde het erf af gaan.”
Ethiek
De nieuwe consument wil met de aanschaf van verantwoord voedsel de wereld verbeteren, zegt Steenbergen „Ethiek in het eten” of „eten met het geweten” wordt dat ook wel genoemd. „Vlees zal bijvoorbeeld steeds minder op tafel komen. En als het opgediend wordt, moet duidelijk zijn dat het dier een goed leven heeft gehad.”
Duurzaamheid staat dan ook hoog in het vaandel van de consument van de toekomst. Directeur Frank Visser van Market Food Group denkt dat daarom hun brood met restproducten zo enthousiast ontvangen wordt. Hij snijdt een paar snedes van bierbrood, waarin bierbostel is verwerkt. „Dat komt van de stadsbrouwerij uit Maastricht.”
Boulanger Mike Onasse vertelt dat het restproduct van bier door de desem gaat. „Er zitten veel vezels en nog wat suikers in. Daardoor krijgt de desem een enorme opkikker. Die gaat er goed van gisten en het levert uiteindelijk een heel lekker brood op.” Onasse maakte ook brood met bieten- en wortelpulp die overblijft als er bieten- en wortelsap is gemaakt. Smaakt ook niet verkeerd.