Nieuw gegoten kerkklok klinkt na jaren weer door Staphorst
Drie slagen gaf burgemeester Segers van Staphorst zaterdagmiddag op het brons van de gloednieuwe Mariaklok. Enkele uren daarvoor, in het nachtelijk duister, werd de replica gegoten onder toeziend oog van zo’n honderd Staphorsters.
Staphorst stond het hele weekend in het teken van de zogeheten Mariaklok. Het origineel uit 1417 roofden de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog uit de toren van de Grote Kerk, omdat ze het brons gebruikten voor de wapenindustrie. Klokkengietersbedrijf Laudy uit Finsterwolde goot nu een replica. Daarmee heeft de gemeenschap eindelijk haar klok terug.
Het was een historisch en vurig spektakel aan de Oude Kerkhofsweg in Staphorst, van vrijdagmiddag tot in het holst van de nacht. Klokkengieter Simon Laudy en een team van zeven professionals goten de replica van de Mariaklok. Dat deden ze op authentieke wijze: in een ter plekke gebouwde veldoven met broodjes brons, steenkool en een vlammende schoorsteen. Zo ging dat vroeger altijd. Klokken werden gemaakt bij een kerk. Dat scheelde transportkosten.
Rond twaalf uur ’s nachts ging het bijna mis. Het gloeiende brons zat muurvast in de zinderende kolen en de tang die de gietpot omklemde, weigerde dienst. Nooit eerder overkwam Laudy dit. De allerlaatste poging om het gevaarte los te krijgen slaagde. Zo kon hij het roodgloeiende brons in de gietvorm laten vloeien. Zo’n honderd mensen waren wakker gebleven om dit allemaal te zien.
Met opzet worden klokken in het duister gegoten. Zo is goed zichtbaar of het brons goed gesmolten is. De kleur geeft aan of de temperatuur de juiste is om te gieten. De planning was: gieten tussen tien uur ’s avonds en middernacht. Door de weigerende tang werd het kwart voor een.
Citroenbrandewijn
Zaterdagmiddag om 17.00 uur was de klok voldoende uitgehard en kon burgemeester Segers met een stuk hout voor het eerst een klap op het brons geven. Drie klappen – symbool voor Vader, Zoon en Heilige Geest. Net als vroeger. Naar oud Staphorster gebruik ging daarna de fles citroenbrandewijn rond. Klinken op de nieuwe klok.
Het gieten gebeurde op initiatief van de Stichting Historieherstel 2017, die eind vorig jaar werd opgericht. Aanleiding was een klok die al 58 jaar in de tuin van de Grote Kerk in Staphorst stond. Geert van Wou uit Kampen, beschouwd als de belangrijkste klokkenmaker van de late middeleeuwen, goot het 1000 kilo wegende gevaarte in 1512 voor de voorloper van de Grote Kerk. Destijds stond er buiten Staphorst een bedehuis met klokkenstoel, met daarin twee klokken. Eén daarvan was de ”tuinklok”, de andere de Mariaklok.
Deze klokken hingen vanaf 1750 in de toren van de Grote Kerk midden in het dorp. Na de oorlogsroof door de Duitsers bleef de Mariaklok spoorloos. De ”Van Wou” kwam terug, zij het met een scheur. Een las bood uitkomst, maar in 1958 knapte de naad open. Sinds 1960 stond hij als tuindecoratie op een paar balken in weer en wind.
„Het is alsof je een Rembrandt in de kelder legt”, zei luidklokkenexpert Jan Kuipers uit Steenwijk eerder in het Reformatorisch Dagblad over het verpieterende meesterwerk in de kerktuin. Volgens Kuipers was dankzij de hedendaagse techniek een restauratie goed mogelijk.
De Stichting Historieherstel 2017 zag vervolgens het levenslicht. Doel: de klok van Van Wou restaureren én een replica maken van de verdwenen Mariaklok. Samen komen ze te hangen in een klokkenstoel op de oude plek aan de Oude Kerkhofsweg.
De Van Wouklok wordt momenteel gerestaureerd bij Eijsbouts in Asten. De klokkenstoel bouwt een aannemer uit Staphorst volgend jaar.