Kerk voor Schotse presbyterianen
De Schotse kerk in Rotterdam bestaat 375 jaar. In 1643 werden in de Maasstad de eerste Schotse kerkdiensten gehouden.
Rotterdam bood midden zeventiende eeuw plaats voor vervolgde Schotse afgescheidenen. Zij wilden niet in de anglicaanse traditie blijven, maar kozen voor de presbyteriaanse. Voor veel van deze Covenanters, ook wel ”dissenters” genoemd, was Nederland een toevluchtsoord. De Schotten vonden hier een veilige haven voor de onderdrukking van de Stuarts. Ze werden door de Rotterdamse magistraat beschermd en onderhielden goede contacten met de Rotterdamse predikanten Wilhelmus à Brakel en Jacobus Borstius.
Vanwege de handelsbetrekkingen tussen Engeland en de Republiek sloten Schotse kooplieden zich bij de vluchtelingen aan. Soldaten die hier gelegerd waren, en ook zeelieden, voegden zich erbij. Aanvankelijk woonden ze de kerkdiensten van de hervormde gemeente bij. Totdat er behoefte ontstond een eigen kerkgemeenschap te stichten. Op 2 maart 1643 kregen ze van de stad een tot „predikhuys” omgebouwd „packhuys” aan de Wijnstraat aangeboden. Onder toezicht van de plaatselijke hervormde gemeente werd ds. Alexander Petrie van de presbyteriaanse kerk in het Schotse Edinburgh beroepen.
Vanwege de grote groei van de gemeente bleek het kerkgebouw aan de Wijnstraat niet toereikend. In 1658 kregen de Schotten de Sint Sebastiaanskapel in de Lombardstraat toegewezen. Tot 1697 heeft dit middeleeuwse kapelletje als vergaderplaats dienst gedaan. De Schotten namen toen een nieuwe kerk met duizend zitplaatsen aan het Vasteland in gebruik. De preekstoel uit de Sint Sebastiaanskapel verhuisde mee naar de nieuwe kerk. Het godshuis werd met het oorlogsbombardement in 1940 met de grond gelijk gemaakt. Van 1947 tot 1953, het jaar waarin het huidige kerkgebouw aan de Schiedamse Vest in gebruik werd genomen, vond de gemeente tijdelijk onderdak in de School voor Sociale Studies in de Graaf Florisstraat.
Migrantenkerk
De kerk uit 1953 is een voor die tijd functioneel gebouw. A. M. Olieman bouwde het orgel. Volgens de huidige predikant, ds. Derek G. Lawson, voldoet het gebouw prima. „Elke zondag telt de eredienst ongeveer 120 bezoekers”, zegt hij. „Het is een echte migrantenkerk. Van de kerkgangers is 40 procent afkomstig uit andere delen van de wereld. Voor de overige 30 procent zijn het Engelsen en voor de andere 30 procent zijn het Hollanders.”
In de consistoriekamer prijken op een wandbord de namen van de 37 predikanten die de Schotse kerk dienden.
Het in glas-in-lood aangebrachte embleem in een kerkraam herinnert aan de door oorlogsgeweld verloren gegane kerk aan het Vasteland. Het heeft als naam: ”Nec Tamen Consumebatur” („Brandende doch niet verteerd”).
Lawson: „Deze Engelstalige protestantse migrantenkerk in Rotterdam maakt deel uit van de Church of Scotland, en heet sinds 1996 de Scots International Church Rotterdam. Onze presbyteriaanse traditie vergelijk ik met de Protestantse Kerk in Nederland.”
Een van de predikanten die de Schotse kerk in Rotterdam dienden, was Richard Cameron. Hij werd in 1678 door Robert MacWard werd bevestigd. Aan de handoplegging nam ook de bekende Jacobus Koelman deel.
Herdenkingsdienst
Op 16 september ging in de herdenkingsdienst gastpredikant ds. Susan Brown voor, voorzitter van de algemene vergadering van de Church of Scotland. Deze dienst werd bezocht door bijna driehonderd gasten. Na afloop namen ze allen deel aan een internationale lunch.
Ds. Richard Cameron onthoofd
Toen Robert McWard Richard Cameron in 1678 in Rotterdam bevestigde, sprak hij bij de handoplegging deze merkwaardige woorden: „Aanziet gij toeschouwers, hier is het hoofd van een getrouwe leraar en dienstknecht van Jezus Christus, die het voor de zaak van zijn Meester zal verliezen, terwijl het voor zon en maan tentoongesteld zal worden in het gezicht van de wereld.” Deze profetische uitspraak ging kort hierop in vervulling toen Cameron na zijn terugkeer in Schotland gevangen genomen werd en op gruwelijk wijze in Edinburgh werd onthoofd. Zijn hoofd en armen werden lange tijd tentoongesteld.
Kort na de bevestiging van Cameron stierf McWard. Hij liet een bedroefde gemeente achter. McWard ligt begraven op de begraafplaats Crooswijk in Rotterdam.