Kerk & religie

Ds. Ferenc Visky, standvastig en bevlogen

De legendarische Hongaars-gereformeerde predikant ds. Ferenc Visky spreekt nog steeds tot de verbeelding. Zijn onverzettelijkheid tegenover de communistische overheid leidde tot een jarenlange celstraf. Het antwoord op de vraag wie hij moest gehoorzamen: God of de staat, stond voor hem buiten kijf.

Klaas van der Zwaag
11 October 2018 19:05Gewijzigd op 16 November 2020 14:20
Echtpaar Visky in 1999
Echtpaar Visky in 1999

Ter gelegenheid van zijn honderdste geboortedag verscheen bij uitgeverij De Banier het boek ”Bevrijd uit list en geweld”. Het bevat een aantal vertaalde overdenkingen over het boek Esther, vergezeld van een levensschets.

Begin deze maand werd het boek in Roemenië gepresenteerd. In Nederland volgen deze maand enkele presentatiebijeenkomsten. De eerste is op 17 oktober in Maarssen.

Levensloop

Ferenc werd op 1 juli 1918 geboren in het dorp Egri, in het Hongaarse deel van Roemenië, als zoon van een Hongaars-gereformeerde predikant. Op dat moment lag Egri nog in Hongarije. Pas na 1920, met het Verdrag van Trianon, ging Siebenburgen/Transsylvanië naar Roemenië en kreeg Egri de Roemeense naam Agris.

Ferenc ging theologie studeren en kwam in aanraking met de piëtistische beweging Christian Endeavor (CE), voor de Wende van 1989 de Bethaniëbeweging genoemd. Deze beweging wilde de Hongaars-Gereformeerde Kerk van binnenuit hervormen en keerde zich later tegen de samenwerking van de kerk met het communistische regime.

Ferenc kwam in de Bethanië-beweging tot geloof en ontmoette daar zijn toekomstige vrouw Julianna Sollich, met wie hij in 1945 trouwde. Ferenc werd onder andere predikant in Salonta, Niuved (bij Oradea) en in Magyarkéc (Roemeens: Chet). Daar werd hij door de geheime dienst Securitate in 1958 gearresteerd omdat zijn werk als „bijzonder gevaarlijk voor de staat” was bestempeld.

Na het mislukken van de Hongaarse opstand van 1956 werd de vrijheid van de kerk ook in Roemenië sterk beknot en verdwenen veel kerkelijke leiders in de gevangenis. Ds. Visky werd wegens „samenzwering tegen de socialistische orde” veroordeeld tot 22 jaar gevangenisstraf met dwangarbeid. Christenen werden beschouwd als contrarevolutionairen.

De biografische schets in het boek ”Bevrijd uit list en geweld” verhaalt in welke zware omstandigheden ds. Visky in de gevangenis verkeerde. Met achttien personen zat hij in een vierpersoons cel. Er werden gezamenlijke bidstonden gehouden, al hadden ze geen Bijbel. „Het gebed hield ons in leven”, aldus ds. Visky. Vaak stond hij voor het getraliede raam, denkend aan zijn vrouw en kinderen.

Pas tegen het einde van zijn gevangenschap hoorde hij dat zijn gezin in 1959 gedeporteerd was naar de Donau Delta. Onder die verbanning had hij persoonlijk het meest geleden. In 1959 werd Visky overgebracht naar de beruchte gevangenis in Gherla, zo’n 40 kilometer van de stad Cluj Napoca. Daar ontmoette hij de later bekende predikant van Joodse komaf Richard Wurmbrand, met wie hij de cel deelde.

Vrijlating

Visky werd op 4 augustus 1964 vrijgelaten als gevolg van een algemene amnestie van politieke gevangenen onder het regime-Ceausescu. De amnestie was een eis van de Verenigde Staten. Het verarmde Roemenië wilde steun van Amerika die als voorwaarde stelde de vrijlating van politieke gevangenen.

De ontmoeting met het gezin was een emotioneel en vreugdevol weerzien. Na de vrijlating moest het gezin zich regelmatig melden bij de autoriteiten. Predikanten werden nog steeds aangespoord om alle medewerking te verlenen aan de autoriteiten. Ook Wurmbrand werd in 1964 vrijgelaten, nadat een westerse zendingsorganisatie hem voor een groot bedrag had vrijgekocht. Hij heeft Roemenië met zijn vrouw en zoon snel verlaten. Visky sloeg het aanbod om te vluchten dat buitenlanders hem kort nadien deden, af.

Visky werd door de staat wel onder druk gezet om in 1983 met emeritaat te gaan. Na de omwenteling in 1989/1990 bleef het echtpaar Visky in Oradea wonen. Het echtpaar bleef actief in prediking, het verzorgen van Bijbelstudiebijeenkomsten en het bijwonen van jeugdkampen. Visky’s huis was een bekende ontmoetingsplaats voor veel Nederlandse christenen.

Julianna Visky overleed op 3 augustus 2005 op 83-jarige leeftijd, Ferenc twee maanden later op 5 oktober 2005. Ds. Levente Horváth leidde de dienst. Julianna en Ferenc Visky zijn begraven op het kerkhof dat grenst aan de achtertuin van hun woning in Oradea. Op hun grafsteen staat: „Zalig zijn de doden die in de Heere sterven.”

Presentatie

De laatste bijeenkomst van CE deze maand stond in het teken van de herdenking van de honderdste geboortedag van Ferenc Visky. Daarbij werd een gedenksteen onthuld. De tekst van de plaquette luidde: „… want hij hield zich vast, als ziende de Onzienlijke” (Hebr. 11:27). „Op deze plek werd geboren Visky Ferenc (1918–2005) / hervormd predikant / geestelijk leider van de hervormde opwekking in Transsylvanië /vervolgd tijdens de communistische dictatuur / opgericht door het Comité herdenking 100e geboortejaar, 28e september 2018.”

J. J. Schipaanboord, redacteur van het boek ”Bevrijd uit list en geweld” en oud-bestuurslid van Kom over en help, overhandigde tijdens de conferentie exemplaren aan missioloog Levente Horváth, vijf aanwezige kinderen van Visky: István, Péter, Lidia, Mariá-Magdolna, András (twee zonen: Ferenc en Pál waren op dat moment afwezig) en aan Gerrit van Dijk van stichting Hulp Oost-Europa (HOE). Ook Roemeense kranten besteedden aandacht aan de bijeenkomst.

Het viel Schipaanboord bij de conferentie vooral op hoe sterk de onderlinge verbondenheid van jongeren en ouderen was, zo zegt hij in een terugblik op de conferentie. „De min of meer geïsoleerde positie van de Hongaarse gereformeerde minderheid in Roemenië heeft geleid tot saamhorigheid. Het was bijzonder om ds. Visky op deze manier te gedenken. Met hartelijke instemming wil ik de slotzin van zijn jongste zoon citeren: „We willen zijn persoon niet verheerlijken, maar we willen wel delen in zijn rijke nalatenschap.” In de postume toekenning van het ereburgerschap van zijn geboorteplaats heeft nu ook de Roemeense overheid de persoon en het werk van ds. Visky erkend en herkend.”

Zorgen om jeugd in Roemenië

Alle zeven kinderen van het echtpaar Visky hebben een belangrijke rol gespeeld in Christian Endeavor (CE) en zijn nog steeds zeer kerkelijk betrokken. Zij waren actief in bijvoorbeeld het organiseren van jeugdkampen en CE-conferenties. Soms werden mensen jaloers op hen en lieten dat merken. Zij werden soms door geloofsgenoten terechtgewezen met de opmerking: „Was je ook jaloers toen ze in de Donau Delta zaten?”

De kinderen van Visky zijn allemaal erg begaafd. Bijna iedereen –behalve Péter, die predikant werd– is universitair opgeleid als ingenieur. Dat ging zo in de tijd van Ceauscescu: iedereen moest een ‘nuttige’ technische studie doen; literatuur en filosofie studeren was er niet bij.

Van de oudste, technische begaafde zoon Ferenc wordt in het bekende boek ”Op adelaars vleugelen gedragen” (1986) vermeld hoe hij van kapotte auto’s en rommel een radio wist te maken, die in het isolement van het strafkamp in de Donau Delta radiostations kon ontvangen. Een bijzondere zegen op die plek.

Ferenc werd directeur van een grote plasticfabriek in Arad. Hij is als enige van de familie Visky met een Roemeense vrouw getrouwd. Ferenc spreekt beter Roemeens dan veel andere Roemenen. Hij kreeg namelijk in het kamp les van intellectuelen. In de communistische tijd zaten immers de meest hoogstaande Roemeense intellectuelen, dichters, schrijvers, en professoren in kampen.

István is ingenieur, hij woont in het oude huis van Ferenc Visky in Oradea. In de CE-kring van Oradea is hij geestelijk leider, met zijn zoon ds. István Visky die predikant is in dorp Osorhei, vijf kilometer van Oradea. Pál Visky woont in Debrecen en was daar jaren de directeur van Dorcas Hongarije.

Péter is predikant in Cluj. In de Donau Delta viel hij ooit in een kanaal en zou bijna verdrinken. Door een wonder werd hij eruit gehaald. Plagend zei men in de Visky familie –zij hebben allen veel gevoel voor humor– dat hij Mozes was, „uit het water getogen.”

Lidia is leidster van het weeshuis Ldia in Tirgu Mures. Mariá is leidster van het weeshuis Dorcas in Tirgu Mures.

András Visky is ongetwijfeld de meest cultureel begaafde van het gezin. Hij is hoogleraar theaterwetenschap in Cluj en gerenommeerd dichter en schrijver van drama’s. Hij ontleent de stof voor zijn toneelspelen aan de schokkende gebeurtenissen die zijn vader en het gezin meemaakten. Hij was zelf zeven jaar toen hij verbannen werd en weet zich deze tijd goed te herinneren. Zijn stukken, zoals ”Julia” (over zijn moeder), zijn niet alleen in het Hongaarstalig gebied opgevoerd, maar ook wereldwijd, bijvoorbeeld in Turijn, Chicago, New York en op het prestigieuze Festival d’Avignon in 2009, met als titel ”Naitre à jamais” (”Geboren voor nooit”).

De ‘oude’ Ferenc werd eens gevraagd wat hij daar nou van vond: een zoon die zo bekend was in de theaterwereld. Hij antwoordde: „Wij predikanten zijn vaak geneigd om theater in de kerk te brengen, maar András brengt de preekstoel in het theater.”

Familie Visky cultureel begaafd

In het boek ”Bevrijd uit list en geweld” wordt gezegd dat „de grootste zorg” voor de Hongaars-Gereformeerde Kerk „de kerkelijke jeugd en de invloed van de secularisatie” is. Het boek werkt dat verder niet uit. Waarnemers typeren de Hongaarse Református-kerk als een echte volkskerk, conservatief en vaak star, en daarom trekt ze dus weinig jeugd aan. Bovendien vertrekken veel jongeren, met name de goed opgeleiden onder hen, naar West-Europa, waar zij een betere baan kunnen krijgen.

De huidige kerken, qua gebouw nog even aanzienlijk als vroeger, laten elke zondag slechts een handjevol vergrijsde mensen zien. Predikanten raken erdoor ontmoedigd. Veel leden bestaan alleen in de kaartenbak, maar zien de kerk nooit vanbinnen. Wanneer ze overlijden, moet wel vanuit de kerk een begrafenis worden geregeld. De praktijk is dus in veel kerken: veel begrafenissen, maar slechts zeer weinig mensen die gedoopt worden en belijdenis doen.

De CE-beweging blijft in dit geheel echter een uitzondering en weet op eigentijdse manier jongeren te trekken. De wat vrije muziekstijl doet sommige Hongaars-gereformeerden –en ook Nederlandse christenen uit reformatorische hoek die Roemenië bezoeken– de wenkbrauwen fronsen. Hier blijkt dus een wrijving tussen de traditionele Hongaarse Református-kerk en een meer evangelisch getinte beweging als de huidige CE.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer