Binnenland

„We hadden niet eens spuugzakjes nodig”

„Wie heeft er al eens gevlogen?” Een flink aantal kinderen steekt zijn vinger op. Toch hadden álle leerlingen van tien Brabantse basisscholen donderdag de dag van hun leven. Ze waren te gast op Eindhoven Airport, met als hoogtepunt een rondvlucht boven hun eigen woonplaats. „We vliegen een kwartier. Tenzij de piloot de weg kwijt raakt, dan hebben we geluk.”

Evert van Dijkhuizen
16 July 2004 10:56Gewijzigd op 14 November 2020 01:26
EINDHOVEN – Brabantse schoolkinderen kregen donderdag een rondleiding over de luchthaven van Eindhoven. Hoogtepunt was een korte rondvlucht over hun woonplaats. Foto Bert Jansen
EINDHOVEN – Brabantse schoolkinderen kregen donderdag een rondleiding over de luchthaven van Eindhoven. Hoogtepunt was een korte rondvlucht over hun woonplaats. Foto Bert Jansen

Vorig jaar vierde de luchtvaart zijn honderdjarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan gingen wereldwijd 1 miljoen kinderen de lucht in. Het leverde een vermelding op in het Guinness Book of Records. De actie was zo’n succes, dat ze in Eindhoven zeiden: Dit moeten we vaker doen. Donderdag was het zo ver. Bijna 200 leerlingen van tien willekeurig gekozen basisscholen in Eindhoven en omgeving werden rondgeleid op de regionale luchthaven. Limonade, chips, demonstraties en een heuse rondvlucht waren de ingrediënten van het programma.

Om halfnegen melden de eerste gasten zich: 32 leerlingen uit groep 8 van de Sint Antonius van Padua School in Sint Oedenrode. Eén leerling moet verstek laten gaan. „Hij maakte deze week kennis met een paaltje en heeft nu een lichte hersenschudding”, vertelt meester Carlo van Kroonenburg. „Reken maar dat hij goed ligt te balen in bed.”

Van de 32 leerlingen hebben er 12 al eens gevlogen. Naar Amerika, Turkije, de Canarische Eilanden, Italië. De meesten vanwege vakantie. Michel van der Pol -op zijn instapkaart staat per ongeluk Van der Pot- stapt vandaag voor het eerst in een vliegtuig. Ook al woont hij vlakbij, op Eindhoven Airport komt hij bijna nooit. Wel op Schiphol. „Mijn nichtjes zijn Chinezen. Die gaan we wel eens ophalen.”

Meester Van Kroonenburg gebruikt de wachttijd na het inchecken om zijn leerlingen te vertellen wat al die cijfers en getallen op de instapkaart betekenen. „Dit is nou belevingsonderwijs”, glundert hij. De groep gaat met de bus over het platform naar de luchtreus, een Fokker 50. Camera’s klikken en zoemen tijdens het instappen. Met vier begeleiders erbij zit het toestel tjokvol. De lucht is grijs, de wolken hangen laag. Het is de vraag of de kinderen veel van hun woonplaats zullen zien.

Na een halfuurtje staan de jeugdige reizigers weer met beide benen op de grond. Enthousiaste kreten vliegen door de lucht. „Zenuwachtig? Helemaal niet. We hadden niet eens spuugzakjes nodig.” Iemand klaagt over de druk op z’n oren. „We kregen allemaal een snoepje.” Wel misselijk geweest? Twee kinderen steken hun vinger op. En de juf.

Na de onvermijdelijke groepsfoto voor het vliegtuig stappen de kinderen weer op de bus. Tijdens de rondrit over het platform vertelt een gids over de gebouwen en de „vele vreemde autootjes” die heen en weer rijden. De bus stopt bij de brandweerkazerne voor een demo. Het regent inmiddels. „Kan de hoofdkraan dicht?”, vraagt een fotograaf. Liefhebbers mogen zelf de slang met spuit in bedwang houden. Dat valt niet mee als je twaalf bent. „Wat een kracht staat erop”, gilt een meisje. De jongen na haar heeft er minder moeite mee. Hij zwaait met het spuitstuk wild in het rond. Omstanders grijpen naar hun zakdoek.

Na de brandweer volgt de vogelwacht, onmisbaar voor de veiligheid op een vliegveld. Er klinken een paar harde knallen. „Op een drukke dag gaan er 100 tot 200 patronen de lucht in”, vertelt de schutter. Wanneer het druk is? „Als er net gemaaid is. Dan ziet het hier zwart van de vogels. Eén schot en ze zijn weg. Voor even dan.”

Weer terug in de aankomsthal laat een drugshond van de douane zijn kunsten zien. De kinderen moeten hun tassen op een hoop gooien. Ertussen zit een doosje met verdovende middelen. Feilloos spoort de hond de smokkelwaar op. In een mum van tijd bijt hij het doosje kapot. „Een hond heeft 225 miljoen reukcellen; een mens 5 tot 7 miljoen”, vertelt zijn baas. „Door hem iedere keer te belonen met een bijtbuisje dat naar drugs ruikt, herkent hij het goedje steeds sneller.” Of de hond inmiddels zelf verslaafd is? „Absoluut niet; dan zou hij binnen de kortste keren het loodje leggen.”

Het dagje Eindhoven Airport -mede mogelijk gemaakt door sponsors- eindigt met een bezoek aan de informatiemarkt waar douane, marechaussee en KLM zich presenteren. Doel van dit alles? „Kinderen laten kennismaken met de luchtvaart”, zegt voorlichtster M. L. Hoencamp. Een boze buurtbewoner verweet haar op voorhand dat er vier onnodige, milieuvervuilende vluchten zouden worden gemaakt. Hoencamp relativeert: „Deze kinderen hebben de dag van hun leven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer