CU-lid Hayarpi: Marchandeer niet met kinderrechten
De ChristenUnie zou in de coalitie een principiële streep moeten trekken voor een ruimhartiger kinderpardon. Dat zegt de Armeense Hayarpi Tamrazyan (21), die met haar familie het land dreigt te worden uitgezet, tegen het ANP. Hayarpi is actief lid van de ChristenUnie.
Tweede Kamerlid Joël Voordewind (CU) was de afgelopen jaren een van de felste pleitbezorgers van in Nederland gewortelde kinderen. Dat was voor Hayarpi ook de belangrijkste reden om lid te worden van de CU. „Dat vind ik nou echt opkomen voor de zwakken. Compromissen maken over kinderrechten, dat vind ik niet kunnen.”
Als coalitiepartner „heb je ook macht om dingen voor elkaar te krijgen. Ik zou willen dat er toch een oplossing voor ons komt. Er kan niet elke week een ander kind van die vierhonderd in de media komen”, zegt ze met een verwijzing naar de kinderen in vergelijkbare situaties. De Armeense kinderen Lili en Howick kregen vorige maand op het laatste moment een verblijfsvergunning.
Hayarpi is Voordewind en anderen dankbaar voor hun inzet achter de schermen, maar snapt dat de kleinste coalitiepartij het kabinet niet haar wil kan opleggen. Ze hoopt dat regeringspartner D66 nog druk gaat zetten.
„Ook D66 heeft zich de afgelopen jaren in de oppositie ingezet voor het kinderpardon. Er is nu een nieuwe fractievoorzitter, Rob Jetten. En die lijkt mij linkser. Ik hoop dat zij meestrijden voor kinderen die hier geworteld zijn.”
De Immigratie- en Naturalisatie Dienst en de CU drukten Hayarpi op het hart niet met haar verhaal naar buiten te treden. Dat zou haar zaak geen goed doen. Maar nu twijfelt ze of die goede raad in háár belang was, of dat men een campagne in de media wilde voorkomen zoals met Lili en Howick.
Het gezin vluchtte negen jaar geleden naar Nederland. Hayarpi’s vader maakte in Armenië deel uit van de oppositie en liep daardoor gevaar, vertelt ze.
De zaak kwam deze zomer in het nieuws, in het kielzog van de mediastorm rondom Lili en Howick. Toen zij vlak voor hun uitzetting wegliepen van huis, besloot staatssecretaris Mark Harbers (Migratie) omwille van hun veiligheid hen alsnog te laten blijven. Maar op het Binnenhof was links noch rechts te spreken over de gang van zaken.
Sinds twee weken verblijft Hayarpi met haar broertje, zusje en ouders in een kerk in Katwijk. Ze werden daar opgevangen om tot rust te komen. De gedachte dat ze elk moment kunnen worden opgehaald om te worden uitgezet, spookt echter de hele dag door haar hoofd, zegt de tweedejaars studente econometrie.
„Dat je elk moment bang bent dat een busje kan komen en dat je alles kwijtraakt wat je nu hebt. Je vrienden, je studie, al die lieve mensen die om je heen staan. Je land eigenlijk kwijtraken, dat is het gewoon.”
Wat nog op tafel ligt is de optie om een studievisum aan te vragen. Maar ook als het haar lukt om te voldoen aan de strenge eisen die daarvoor gelden, moet haar familie gewoon terug naar Armenië. „Dan moet ik kiezen. En die keuze kan en wil ik niet maken.”
Het laatste „sprankje hoop” is gevestigd op Harbers, iets waarbij Hayarpi een dubbel gevoel heeft. „Ik kan er met mijn hoofd niet dat bij dat mijn lot afhangt van het humeur van een staatssecretaris.”