„Oude Russische chemische wapens vormen risico”
Voorraden vooroorlogse chemische wapens, die op zo’n 350 plaatsen in Rusland begraven liggen, vormen een gevaar voor de volksgezondheid. Dat heeft een Russische chemicus woensdag gezegd.
Lev Fedorov, voorzitter van de Unie voor Chemische Veiligheid, zei dat de meeste chemische wapens tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog zijn gemaakt in fabrieken rond Moskou, St. Petersburg en de Wolgasteden Nizjni Novgorod en Saratov, meldde het persbureau Interfax. De grootste schade hebben de begraven wapens aangericht aan de grens met China.
Rusland heeft wereldwijd het grootste arsenaal chemische wapens, zo’n 40.000 ton, opgeslagen in zeven locaties. Volgens Fedorov ligt zo’n 200.000 ton aan oude wapens, die niet meer op het slagveld te gebruiken, maar wel giftig zijn, op diverse plaatsen begraven.
Moskou heeft in 1997 de chemische wapenconventie geratificeerd en is daarmee verplicht zijn voorraad voor 2007 te vernietigen. Ondanks hulp van de Verenigde Staten, de Europese Unie en Canada zei Rusland het 7,7 miljard euro kostende programma niet op tijd te kunnen voltooien. Vorig jaar heeft de regering daarom besloten tot een nieuw, goedkoper plan, waarmee de voorraad in 2012 vernietigd zal zijn.
Fedorov toonde zich verontrust dat de regering in het nieuwe plan geen rekening heeft gehouden met de oude voorraden, die zijn verworden tot „milieuwapens tegen de bewoners van de meeste Russische regio’s.”