Brug in Mostar wordt heropend
De Bosnische president Sulejman Tihic heropent op 23 juli de beroemde brug over de rivier de Neretva in de Bosnische stad Mostar. Dat meldde donderdag de cultuurorganisatie van de Verenigde Naties Unesco, die de herstelwerkzaamheden coördineerde.
De eeuwenoude Stari Most (oude brug) werd in november 1993 verwoest door Bosnisch-Kroatisch mortiervuur.
Ook de directeur-generaal van de Unesco, Koichiro Matsuura, woont de feestelijke heropening van de brug bij. Verder zijn tien staatshoofden en diverse andere Europese toppolitici uitgenodigd bij de ceremonie.
De Stari Most werd tussen 1557 en 1566 gebouwd door de Turkse architect Mimar Hajruddin, in de tijd dat Bosnië-Herzegovina nog deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk. De stenen oeververbinding was eeuwenlang het symbool van de Zuid-Bosnische stad Mostar, die er zelfs zijn naam aan ontleent.
De brug werd gekenmerkt door twee versterkte torens en een 30 meter lange stenen boogconstructie. Beide zijn zo nauwkeurig mogelijk in ere hersteld. Daarbij is zoveel mogelijk gebruikgemaakt van plaatselijke materialen en bouwtechnieken.
Volgens de Unesco, die de brug al voor de verwoesting opnam op de lijst van werelderfgoederen, is de herbouw een symbolische daad, zoals ook de vernieling ervan door het Bosnisch-Kroatische leger dat was. De VN-organisatie hoopt dat de herstelde brug een monument wordt van verzoening en solidariteit.
De totale kosten van de herbouw bedragen enkele tientallen miljoenen euro’s. Dat geld is bijeengebracht door onder meer de Unesco, de Wereldbank en de regeringen van Kroatië, Italië, Frankrijk en Nederland.