Het grote goed van de vrijheid van godsdienst
De rechtszaak van Asia Bibi, het verbod in de Reformatietijd om de Bijbel te lezen en de plicht in Iran om de Koran te bestuderen. Al deze zaken hebben te maken met het ontbreken van vrijheid van godsdienst.
Dat betoogde dr. C. P. Polderman dinsdag in Middelburg tijdens de presentatie van zijn boek over Willem van Oranje.
Dr. Polderman, docent aan de HZ University of Applied Sciences in Vlissingen, stelt in zijn boek ”Voor vrijheid van godsdienst en geweten. Willem van Oranje en zijn verzet tegen machtsdenken” (uitgeverij De Banier, Apeldoorn) dat achter opstanden en vrijheidsoorlogen vrijwel altijd botsingen tussen levensovertuigingen liggen. Zo zijn er volgens hem veel overeenkomsten tussen de werkwijze van de 16e-eeuwse inquisitie en de 21e-eeuwse jihad.
In Middelburg lichtte hij dat toe: „Er is geen sprake van gewetensvrijheid als je gevangenisstraf krijgt omdat je de Bijbel leest en spreekt over de macht van Christus.” Vrijheid van godsdienst is volgens dr. Polderman bij Willem van Oranje „religievrede”: het naast elkaar bestaan van verschillende godsdiensten. „Pas na de Franse Revolutie is de vrijheid van godsdienst grondwettelijk vastgelegd. Sindsdien is zij een grondrecht.”
Datheen
Dr. H. Klink, predikant van de hervormde gemeente in Hoornaar, ging in op de vraag: Speelde Oranje met godsdienst? „Dat was een verwijt dat hem al tijdens zijn leven werd gemaakt en wel door Datheen. Dit heeft Oranje zo gegriefd dat het nooit meer echt goed gekomen is tussen beiden. Hij vergaf zijn moordenaar, maar niet Datheen.”
De prins koos voor het lutheranisme en calvinisme. Oranjes brieven laten volgens dr. Klink zien dat in zijn vroomheid een consistente lijn zit. „Zijn vroomheid verdiepte zich en droeg een persoonlijk karakter. Kenmerkend waren onder meer billijkheid, tolerantie, volharding, vertrouwen, eerbied voor het geweten van de ander, mededogen.”
Willem van Oranje was allerminst een opportunist, benadrukte dr. Klink. „Hij was een christen en als staatsman uniek en zijn tijd ver vooruit. Datheen verweet hem opportunisme. Maar juist Datheen had op de synode van Dordrecht van 1574 voor de religiepolitiek van de prins gestemd. Juist hij veranderde in Gent in 1578 en radicaliseerde onder invloed van anderen. Oranje bleef consistent. Niet Oranje veranderde, maar Datheen.”
De taalkundige dr. E. Hofman uit Gouda belichtte het Wilhelmus, het onderwerp van zijn proefschrift. „Het Wilhelmus en Willem van Oranje hangen nauw samen. Het Wilhelmus is een geuzenlied geworden waarin Willem van Oranje en het volk van de Nederlanden, verenigd in het verzet tegen Spanje, elkaar gevonden hebben. Van het begin af was het lied immens populair.”
In de huidige tijd is de aversie tegen het Wilhelmus erg groot, constateerde dr. Hofman. „Het zou niet meer van deze tijd zijn. Voor een deel van ons volk is het te christelijk. Gelukkig hebben tot nu toe de pogingen om tot een nieuw volkslied te komen allemaal schipbreuk geleden.”
Oranjehuis
Hofman toonde zich niet pessimistisch over het mogelijk verdwijnen van het volkslied. „Het Wilhelmus heeft nu al 450 jaar lang stand gehouden. In tijden waarin onze vrijheid bedreigd werd, zoals de Tweede Wereldoorlog, heeft het lied veel voor velen betekend. Door zijn dubbele binding met het Oranjehuis én met het volk van Nederland heeft het nog steeds een sterke positie.”
Het Oranjehuis beschouwt het Wilhelmus nog steeds als zijn lied. „Het Wilhelmus houdt het uit zolang het Oranjehuis regeert en de band tussen ons vorstenhuis en het Nederlandse volk zo sterk blijft. Het koningshuis blijft bemind, ook bij het geseculariseerde deel van de bevolking. Dat is een goed teken. Daarover verwonder ik me weleens. Ik zie hierin een teken dat er in ons land nog iets leeft van hetzelfde vertrouwen op God dat Willem van Oranje beleed.”
Het was een historische locatie waar het boek van dr. Polderman werd gepresenteerd: het Prinsenlogement van de Abdij te Middelburg. De prins was hier een tijdje gehuisvest.
Dr. Polderman overhandigde het eerste exemplaar van zijn boek aan drs. J. M. M. Polman, commissaris van de Koning van de provincie Zeeland. Via hem gaf hij er ook een aan koning Willem-Alexander, die volgende week een bezoek aan Zeeland (onder meer Tholen) brengt. Drs. Polman stelde dat niet alleen Willem van Oranje maar ook verlichtingsdenkers een basisvoorwaarde hebben geformuleerd voor hoe mensen vreedzaam met elkaar kunnen samenleven.