Trektellen op de vuilnisbelt voor Euro Birdwatch
„Vink vijf, witte kwik één, koperwiek vier, veldleeuwerik drie, vier… vijftien.” De vogeltrek is in volle gang en de tellers op de voormalige vuilstort bij Wekerom op de Veluwe krijgen nauwelijks de tijd om alle langsvliegende vogeltjes op naam te brengen en te tellen.
Zaterdag was het Euro Birdwatch, de jaarlijkse Europese trekteldag. Op zo’n 160 telposten alleen al in Nederland stonden vogelaars paraat om alle langstrekkende vogels vast te leggen. De meeste telposten kennen een vaste kern van vogelaars die er in het voorjaar en het najaar heel wat uurtjes doorbrengen voor het wonderlijke fenomeen vogeltrek.
Het is een prachtige dag voor trektellen. De zon stijgt langzaam hoger aan de weinig bewolkte hemel. Er staat een matige zuidenwind, ideaal voor de zuidgerichte najaarstrek. „Dan moeten ze tegen de wind in en vliegen ze laag”, legt Robert Jan Jonkvorst uit. Samen met Ina Adams en de gebroeders Marco en André van Reenen bemant hij vandaag de telpost, boven op de belt.
Geen horizon
De top is begroeid met ruig gras waarin nog wat duizendblad, boerenwormkruid, kamille en vlasbekje bloeit. Een paar late koolwitjes maken er dankbaar gebruik van. De hellingen zijn begroeid met jong bos en, bovenaan, struiken als meidoorns vol rode bessen. Voor het trektellen een beetje onhandig: de horizon is vrijwel niet meer te zien.
Er liggen al jaren plannen voor de bouw van een uitkijktoren, maar het is er nog steeds niet van gekomen. „Een meter of twee, drie, zou voor ons ideaal zijn. Als je nog hoger zit vallen de vogels weer weg tegen de achtergrond”, zegt Ina.
André ontdekt een grote zilverreiger. Nieuwe dagsoort. „Veldleeuw – achttien. Vink spec twaalf. Lijster spec vijf”, meldt Marco. Vogelaars gebruiken hun eigen jargon. Spec staat voor ”species”, soort, te gebruiken voor niet nader op naam te brengen vogels. Doorgaans beestjes die ver weg vliegen en niet roepen, want ook aan de geluiden weten de kenners met welke soort ze te maken hebben. „Vink spec” kan vink of keep zijn, meestal de gewone vink. Andere vinkensoorten, zoals kneu en sijs, zijn makkelijker uit elkaar te houden.
Smelleken
De vogelaars zijn vandaag al vroeg begonnen; ruim voordat om kwart voor 8 de zon opkwam waren ze present. En niet voor niets. Inmiddels staan er duizenden vinken, honderden veldleeuweriken en nog tal van andere soorten in de lijst. De bijzonderste was een langsvliegend smelleken. „En een bijna gemiste beflijster.”
Het blijft doorvliegen. Ina voert de soorten in, kan het nauwelijks bijhouden. Marco: „Vink spec acht en een rover op de wiek.” Voor een roofvogel draaien de andere vogelaars hun kijker of telescoop wel in dezelfde richting. Het blijkt een buizerd. Ook Robert Jan meldt een buizerd naar zuid. Want ze moeten wel naar het zuiden vliegen, anders zijn ze waarschijnlijk niet op trek en tellen ze niet mee.
„Goudvink t.p.” Leuk, maar ”ter plaatse” telt evenmin mee, tenzij de vogel alsnog doorvliegt. Hetzelfde geldt voor een invallende tjiftjaf. Die kan maanden blijven.
Ina, die tussendoor ook af en toe de kijker pakt, meldt: „Twee vink speciaal.” Marco grapt: „Met uitjes?” En dan: „Atalanta naar zuid.” Ook trekvlinders worden genoteerd. Een bijzondere wolk trekt Andrés aandacht. „Mooie witte veder. Al had ik liever een arendsoog.”
Koper
Tegen de middag wordt het rustiger, zoals gewoonlijk. André: „Koper. Drie.” Even later vliegen de drie koperwieken langs. Een koperrode ondervleugel schittert in de zon.
„Tijd voor rovers”, vindt Ina. En werkelijk, rechts verschijnen er drie vogels op thermiek. „Buizerds. O nee, de onderste is een raaf.” Links cirkelen nog vijf raven. T.p.-beesten, dus die tellen niet mee. Dan veroorzaakt een overvliegende boompieper enige opwinding. „Een boompieper in oktober kan een Siberische betekenen. Maar de roepjes lijken erg op elkaar.” André heeft het geluid opgenomen, maar komt er niet uit. Thuis maar uitzoeken.
„De rovers willen nog niet loskomen”, verwoordt André het algemene gevoelen. Wel ontdekt Robert Jan nog een sperwer, maar dat was het voorlopig. Voor bijzondere roofvogels moet je eigenlijk oostenwind hebben, want die trekken veelal oostelijker door. Maar de dag is nog niet om; jaren geleden hadden ze om 6 uur nog een blauwe kiekendief. Dus tot het eind van de middag zullen de tellers wel op hun post blijven, zeker vandaag.
En warempel, om halfdrie pikt Marco een rode wouw op, de klapper van de dag. Om 16.00 uur komt er een groep van 33 buizerds over; slechts één van de vijf dagrecords die worden gebroken op deze fantastische telling.
Succesvolle Euro Birdwatch Op zaterdag 6 oktober werden er in heel Europa trekvogels geteld. In Nederland organiseerde Vogelbescherming, samen met Trektellen.nl de telling voor de drieëntwintigste keer. Er werden veel meer vogels geteld dan andere jaren, in totaal bijna 1,25 miljoen, verdeeld over 190 soorten. Daar zaten ook zeldzaamheden zoals steppekiekendief, rode wouw en roodkeelpieper tussen. In topjaar 2014 noteerden tellers 1,5 miljoen vogels.
Met meer dan 650.000 individuen stond de vink aan de top. Het aantal vinken was nog nooit zo hoog geweest. , geen enkele vogelsoort heeft die score ooit kunnen verbeteren.
Spreeuw (300.000) en graspieper (130.000) behaalden de tweede respectievelijk derde plek. Ook vlogen er nog meer dan 6500 boerenzwaluwen over en één erg late gierzwaluw.
De tellers noteerden meerdere trekvlinders en enkele rosse vleermuizen.