Volgens de Hoge Raad heeft de Groningse politie fouten gemaakt tijdens de zogenoemde Oosterparkrellen in de nacht van 30 op 31 december 1997 en is de gemeente daarvoor verantwoordelijk.

Een woordvoerder van de gemeente Groningen noemt de uitspraak van groot belang voor de relatie tussen burgemeester en politie met betrekking tot de uitvoering van de politiewerkzaamheden.

In de nacht van 30 op 31 december 1997 deden zich in de Oosterparkwijk in Groningen ernstige ongeregeldheden voor en werd de woning van de familie Lammerts belaagd en vernield door een groep jongeren. Nadat Lammerts die avond herhaaldelijk met de politie had gebeld om hulp en bescherming in te roepen, verscheen de mobiele eenheid pas na enkele uren in de wijk. Eerdere pogingen tot ingrijpen van de politie werden afgeblazen omdat het voor de politie te onveilig zou zijn om de wijk in te trekken.

Na afloop van de rellen stelde Lammerts de gemeente Groningen en de burgemeester verantwoordelijk voor de schade. De rechtbank in Groningen oordeelde in januari 2003 dat de claim van Lammerts terecht was. De gemeente en de regiopolitie Groningen keerden daarop een schadevergoeding uit, maar de gemeente ging wel tegen het vonnis in cassatie. De gemeente wilde antwoord op de vraag of, en zo ja in hoeverre een gemeente aansprakelijk kan worden gesteld voor de gevolgen van politieoptreden in het kader van de handhaving van de openbare orde.

De voor Lammerts gunstige uitspraak van de Hoge Raad is volgens de gemeente Groningen van groot belang. De nu vastgestelde vergaande aansprakelijkheid van de gemeente betekent volgens een woordvoerder dat de burgemeester ook de bevoegdheid heeft om concrete aanwijzingen te geven ten aanzien van de uitvoering van de politiewerkzaamheden. Dit kan betekenen dat de burgemeester in de praktijk, wanneer een situatie daar aanleiding toe geeft, dicht op de operationele taak gaat zitten, aldus de woordvoerder.