Tjerk de Reus promoveert op denkwereld dichter Ad den Besten
Al jaren is Tjerk de Reus gefascineerd door de ideeën van Ad den Besten (1923-2015). Steeds meer kwam de literatuurcriticus erachter dat het gedachtegoed en de levensloop van de dichter nauw samenhangen. Dinsdag 9 oktober promoveert hij in Nijmegen op het eerste deel van de biografie van Den Besten.
Tjerk de Reus (46) is een geboren verteller. Nog voordat zijn bezoek binnen is in zijn fraaie historische woning aan het polderkanaal in het Friese Nij Beets, is er al het nodige gepasseerd. Over de rust en ruimte van het Friese landschap. En over de geschiedenis van het dorp bij Drachten, dat lange tijd een veenkolonie was.
Binnen ontvangt De Reus in zijn studeerkamer, de plek waar hij dagelijks tussen de boeken vertoeft. Voor zowel het Friesch Dagblad als De Nieuwe Koers is hij de „boekenpaus”, zoals hij het aanduidt. Zo schrijft hij wekelijks een recensie over een nieuwe theologische uitgave in de Friese krant en is hij in het opinieblad iedere maand prominent aanwezig met interviews en boekbesprekingen.
Intussen verdiepte De Reus zich de achterliggende jaren grondig in de poëzie en de poëtica –de denkbeelden over poëzie en dichterschap– van Ad den Besten, die de meeste bekendheid geniet vanwege zijn liederen in het Liedboek voor de kerken.
De Reus loopt naar zijn kast en haalt er een boek uit: ”Dichten als daad” uit 1973. „Hier is het mee begonnen. Ik las dit werk in mijn studententijd in Leiden. De manier waarop Den Besten in dit boek poëzie, levensbeschouwing en theologie met elkaar in verband brengt, trof mij.”
Op de middelbare school, de Guido de Brès in Rotterdam, had hij vanuit reformatorisch perspectief naar moderne literatuur leren kijken. „Op een bepaalde manier had dat iets moeizaams. Moderne romans behoorden tot de wereld en daar moest je met terughoudendheid naar kijken. Het kwam niet zo gemakkelijk tot een open ontmoeting.” De manier waarop Den Besten in zijn boek naar literatuur en poëzie kijkt, sprak De Reus meer aan. „Den Besten beschouwt literatuur als een grondige reflectie op het menselijk bestaan. Levensbeschouwing en theologie doen daarin helemaal mee. Zijn zienswijze trok me aan en bood mij een nieuw kader. Die nauwe samenhang tussen theologie en literatuur intrigeert me nog steeds. Nog altijd ben ik in moderne romans alert op wat er gezegd wordt over God, geloof en zingeving. Als je er oog voor hebt, kom je dat veelvuldig tegen. Bijvoorbeeld in de nieuwste roman van Arnon Grunberg.”
Brieven
Toen De Reus in 1996 zijn studie in Leiden afrondde, schreef hij zijn doctoraalscriptie over de poëzie en poëtica van Ad den Besten. Twee jaar later verzorgde hij in een themanummer van het literaire tijdschrift Bloknoot over Den Besten een uitgebreide biografische schets van de dichter.
In die tijd ontstond het idee om een dissertatie over de man te schrijven. Toen De Reus in 2011 de beschikking kreeg over dozen vol archiefmateriaal en brieven van Den Besten, zette hij zich daadwerkelijk aan het schrijven van een proefschrift.
Intussen leefde Den Besten nog; hij overleed pas in 2015, op 92-jarige leeftijd. Was dat lastig?
„Er verschijnen meer biografieën over mensen die nog leven. In eerste instantie was het overigens nog niet zo duidelijk dat het een biografie zou worden. Ik heb wel gecorrespondeerd met Den Besten en hem ook geïnterviewd. Maar algauw bleek me dat Den Bestens herinneringen niet altijd klopten als het gaat om de vroege fase van zijn leven. Hij was overigens een wat solitair type. En bovendien is hij niet lang na 2000 gaan dementeren. Kortom, ik beschrijf zijn leven met name op basis van zijn persoonlijk archief. En dat was heel goed bruikbaar: hij documenteerde alles bijzonder nauwgezet.”
U focust in uw boek op zijn gedachtegoed. Is het wel een echte biografie?
„Ik beschrijf zijn denken vanuit zijn leven. In de boeken die ik schreef over econoom Lans Bovenberg en psychiater Herman M. van Praag was het me al opgevallen hoe hun biografie verbonden is met de ontwikkeling van hun gedachtegoed. Dat is bij Den Besten ook het geval. Het is een biografie, maar het gaat me om zijn denken. Zijn gedachtegoed zie ik als een expressie van het geleefde bestaan.”
Uw biografie stopt in 1955. Terwijl de meeste mensen Den Besten kennen van zijn liederen uit de periode daarna. Waarom een deelbiografie?
„In 1954 publiceert Den Besten zijn boek ”Stroomgebied”, waarin hij zijn visie geeft op de dichtkunst van de Beweging van Vijftig. Daarin komt zijn visievorming op wat dan de moderne poëzie is tot voltooiing. Na 1955 richt Den Besten zich gaandeweg meer op de Oost-Duitse poëzie in de DDR, hij raakt betrokken bij de nieuwe psalmberijming en het Liedboek voor de kerken en promoveert in 1983 op het Wilhelmus. Dat is wat mij betreft een nieuwe fase in zijn leven. De eerste dertig jaar vormen ook de meest onbekende periode. Als ik zijn hele biografie had willen schrijven, had het nooit in één boek gekund.”
Een spannend thema in uw boek is Den Bestens pro-Duitse houding in de Tweede Wereldoorlog.
„Dat was ook voor mij een aparte ontdekking. Hij was zoon van een NSB-burgemeester, die hem al vóór de oorlog in aanraking bracht met Duitse poëzie waarin Hitlers ideologieën werden omarmd. In 1943, als hij in Utrecht theologie studeert, tekent Den Besten de loyaliteitsverklaring die de bezetter van studenten vraagt. Hij ziet Duitsland als de legale overheid, op basis van religieuze motieven. Opmerkelijk is vervolgens dat hij, uit loyaliteit met zijn medestudenten die niet ondertekenen, zich ook aanmeldt voor de Arbeitseinsatz. Op die manier zit hij in 1943-1944 veertien maanden in Berlijn en in de buurt van Dresden. Uit zijn brieven blijkt dat hij die periode met gemengde gevoelens heeft beleefd. Aan de ene kant ervaart hij verbondenheid met het Duitse volk. Je merkt dat hij een zekere affiniteit heeft met sommige grondgedachten van het nationaalsocialisme, vooral zoals hij die in Duitse natuurmystieke poëzie aantreft. Aan de andere kant heeft hij goede contacten met predikanten uit de Bekennende Kirche. Hij is niet pro-Hitler of antisemitisch en hij laat zich kritisch uit over de SS.”
Na de oorlog vertelde Den Besten redelijk vaak over zijn oorlogservaringen, maar dat beeld is vertekend, stelt u.
„Het beeld dat hij in dergelijke herinneringen geeft, wijkt inderdaad op cruciale punten af van wat ik uit de brieven kon reconstrueren. Die reflecties bleken onbetrouwbaar. Hij doet voorkomen dat hij al in de oorlog kritisch was op het nationaalsocialisme, maar in die periode was hij nog pro-Duits. De kentering komt pas in het najaar van 1945.”
U spreekt zelfs van een „radicale bekering.”
„Inderdaad. Den Besten breekt zijn theologiestudie af en richt zich op de poëzie en de uitgeverswereld. Hij komt in contact met Willem Barnard en wordt abonnee van het blad ”In de waagschaal”. Hierin bepalen mensen als Miskotte en Buskes de toon en wordt Karl Barth als een held vereerd. Die hadden midden in de oorlog het gevaar van de nazi-ideologie al doorzien. Den Besten krijgt via ”In de waagschaal” een regelrechte shocktherapie. Hij krijgt inzichten aangereikt die haaks staan op zijn eerdere denkbeelden. Die omarmt hij.”
Ook zijn visie op de poëzie verandert daardoor.
„In ”Stroomgebied” is hij in 1954 inderdaad ook kritisch op de nieuwe poëzie van de Vijftigers, en dan met name als het gaat om hun oriëntatie op het mythische en het irrationele. Daarin ziet Den Besten het gevaar van het verheerlijken van de natuur, wat voor hem heel dicht bij de ”Blut und Boden”-ideologie van Hitler komt. Zelf breekt Den Besten in navolging van Willem Barnard een lans voor de zogenoemde mythologische dichtkunst. Dat is iets anders dan mythisch. Poëzie moet in die gedachtegang naamgevend zijn, kritisch, gericht op het scheppende woord en op de humaniteit.”
Waar positioneert u Den Besten theologisch?
„Hij was een confessioneel christen. Wel een christen die de doorbraakgedachte aanhing en kritisch was op burgerlijk christendom. Hij is sterk beïnvloed door iemand als Miskotte. Tegelijk vond hij dat de theologie een scheut piëtisme goed kon gebruiken. Hij heeft voor het Liedboek dan ook veel gezangen van Paul Gerhardt vertaald. Ik begrijp wel waarom predikanten binnen de Gereformeerde Bond affiniteit hebben met zijn liederen.”
U ervaart zelf ook affiniteit met Den Besten?
„Ik voel me zeer verwant met hem. Ik kom uit een bevindelijke traditie en kwam in mijn studententijd in aanraking met moderne literatuur en theologie. Ik las veel Kohlbrugge én veel Miskotte. Beiden zijn heel belangrijk voor me geweest. De een vanwege zijn radicale theologie, de ander omdat hij de theologie in gesprek bracht met de moderne cultuur. Als het gaat om de combinatie van theologie en literatuur is Den Besten voor mij een inspirerende figuur. Die twee hebben alles met elkaar te maken, heb ik van hem geleerd. En op dat snijvlak werk ik nog steeds.”
Wat is de blijvende betekenis van Den Besten?
„Hij heeft geen school gemaakt. Hij was ook niet speciaal een groot dichter. Willem Barnard vind ik bijvoorbeeld van een groter kaliber. Den Besten leeft vooral voort in zijn liederen. Een aantal daarvan is heel houdbaar gebleken en nog altijd herkenbaar. Denk aan het lied ”Waarom moest ik uw stem verstaan”. Dat spreekt nog altijd velen aan.”
Gaat u na volgende week het tweede deel van de biografie schrijven?
„Ik ga eerst even pauze nemen. En of ik dan verder wil met Den Besten, weet ik nog niet. Als ik dat ga doen, wil ik eerst een jaar Duits studeren. Den Besten richt zich vanaf 1955 namelijk intensief op de Duitse poëzie en onderhoudt veel contacten met Oost-Europese schrijvers. Het archiefmateriaal uit deze periode is omvangrijk: dozen vol brieven. Maar ik ben er nog niet uit. Ik voel me niet verplicht om ook het tweede deel te schrijven.”
Tjerk de Reus
Tjerk de Reus werd in 1971 in Rotterdam geboren. Na zijn middelbareschoolperiode aan de Guido de Brès in Rotterdam studeerde hij van 1990 tot 1996 Nederlandse taal- en letterkunde aan de universiteit van Leiden. Hij werkte vervolgens vijf jaar als docent in het middelbaar beroepsonderwijs.
De Reus schrijft als freelancemedewerker voor het Friesch Dagblad en het opiniemagazine De Nieuwe Koers, meestal over boeken op de terreinen literatuur, cultuur en theologie.
Hij werkte mee aan thema-uitgaven en boeken over onder anderen Ad den Besten, Jan Wit, Willem Barnard, K. H. Miskotte, J. Bernlef en Oek de Jong. Hij publiceerde journalistieke boeken over econoom Lans Bovenberg en psychiater Herman M. van Praag.
De Reus woont in het Friese Nij Beets. Hij is getrouwd met Jantine van der Kooij. Samen hebben ze vier kinderen. Het gezin is kerkelijk aangesloten bij de voortgezette gereformeerde kerk van Boornbergum.
Promotie
Tjerk de Reus promoveert op dinsdag 9 oktober aan de letterenfaculteit van de Radboud Universiteit Nijmegen op zijn studie ”Ad den Besten. Deelbiografie 1923-1955. Oorlogstijd | de Vijftigers”. Promotor is prof. dr. F. J. M. de Feijter, als copromotor treedt prof. dr. M. H. Schenkeveld op. De plechtigheid begint om 16.30 uur.