Binnenland

Ozonmeter eindelijk gelanceerd

Een Amerikaanse klimaatsatelliet met een Nederlandse ozonmeter aan boord is donderdag gelanceerd. Het apparaat, het Ozon Monitoring Instrument (OMI), moet de komende vijf jaar informatie opleveren over het herstel van de ozonlaag. De gedetailleerde gegevens kunnen worden gebruikt voor het verbeteren van de weer– en smogverwachting.

ANP
15 July 2004 13:43Gewijzigd op 14 November 2020 01:25

De lancering vond om 03.02 uur ’s nachts plaatselijke tijd plaats op de militaire basis Vandenberg in Lompoc, 200 km ten noordwesten van Los Angeles. De lancering, die al zeven keer was uitgesteld, verliep ondanks de niet optimale weersomstandigheden zonder problemen.

Wegens lekkage in het druksysteem van de draagraket was de lanceerdatum herhaaldelijk verschoven. In de laatste week besloot de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA vier keer om andere redenen tot uitstel. Twee uur na de lancering kan worden gezegd of die geslaagd is. Dan moeten de zonnepanelen zijn uitgeklapt. Over enige weken is de satelliet pas op de juiste plaats.

Het instrument, dat is gekoppeld aan de Aura EOS satelliet met andere meetinstrumenten, gaat op 705 km boven de aarde cirkelen, en is zo groot als een paar schoenendozen. In een daarvan zit een optisch gedeelte, in de ander de uit Finland afkomstige elektronica en er is een doosje dat de meetgegevens vertaalt. Het geheel weegt 65 kilo.

De gegevens van OMI worden opgevangen in Alaska, waarna ze via Washington bij het KNMI in De Bilt terechtkomen. Met OMI valt met een ongekende precisie dagelijks en wereldwijd af te leiden hoeveel ozon, stikstofdioxide, zwaveldioxide en fijne stofdeeltjes er in de lucht zitten. Per blokje aarde van twintig bij twintig kilometer kunnen onderzoekers van het KNMI vanaf volgend jaar aangeven waar de lucht het ernstigst vervuild is en hoe dat komt.

OMI houdt de ozonlaag, die hoog in de atmosfeer de schadelijke ultraviolette straling uit het zonlicht filtert, beter in de gaten dan bestaande satellieten. Al 34 jaar verricht de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA onderzoek naar deze straling. De leider van het Aura–project, de Amerikaan Marc Schoeberl kwalificeerde OMI als „veel beter" dan NASA’s eigen Totale Ozone Mapping Spectrometer (TOMS).

Hoofdonderzoeker Pieternel Levelt, die met KNMI–collega’s Hennie Kelder en Pepijn Veefkind jaren uitsluitend simulaties en tests heeft uitgevoerd, is opgelucht. Ze volgden de lancering bij het KNMI in De Bilt. Levelt was dinsdag uit de Verenigde Staten teruggekeerd.

„De raket hebben we daar van 100 meter afstand kunnen zien, maar dus niet de lancering. Het was niettemin indrukwekkend." De onderzoekers kunnen gaan werken aan een „chemische weersverwachting". De eerste meetresultaten van OMI worden over negen maanden verwacht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer