„Lukas-evangelie meest populair onder voorgangers”
Het Evangelie naar de beschrijving van Lukas is „het meest populair” bij mensen die een kerkdienst leiden. Dat zou blijken uit een analyse van 3682 teksten van de preekserie Postille. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in het boekje ”Mensen met een verhaal”, dat deze week verscheen. Ds. mw. Van Harten-Tip uit Smilde, bij de preekserie betrokken, heeft zo haar twijfels bij de getrokken conclusies.
De 3682 teksten zijn alle opgenomen in de preekserie ”Postille”, een bundel met preekschetsen voor de 52 zondagen in het jaar en daarnaast voor de feestdagen en verschillende bijzondere diensten. De ”Postille” verschijnt sinds 1949 jaarlijks bij uitgeverij Boekencentrum in Zoetermeer, en staat onder auspiciën van wat vroeger de werkgroep ”Kerk en Prediking” binnen de Nederlandse Hervormde Kerk heette. Elk jaar gaan 1200 à 1300 exemplaren de deur uit, aldus uitgever Arjen van Trigt, de meeste naar abonnees. Zij bevinden zich voornamelijk binnen de PKN; maar ook baptistenvoorgangers, christelijke gereformeerde, Nederlands gereformeerde en gereformeerd vrijgemaakte predikanten weten de uitgave te waarderen.
In zo’n vijftig verschillende Postilles blijkt het Lukas-evangelie het meest te worden gekozen als uitgangspunt voor de verkondiging, melden de samenstellers van ”Mensen met een verhaal. Prominente Nederlanders over de Bijbel” (uitg. Nederlands Bijbelgenootschap, 120 blz.). „Het evangelie werd 389 keer als uitgangspunt genoemd in de onderzochte uitgaven.” De voorkeur voor Lukas heeft volgens hen „onder meer te maken met het feit dat het kerstevangelie compleet met de voederbak en de herberg alleen in dit evangelie voorkomt. Lukas 2 keert vrijwel jaarlijks terug in de christelijke eredienst.”
In totaal werden 2363 teksten uit het Nieuwe Testament gekozen en 1319 gedeeltes uit het Oude Testament. Van het Oude Testament ontbreekt 1 Kronieken in de gekozen bijbelfragmenten. Uit het Nieuwe Testament komen alle boeken in de Postilles aan bod. Het boek Psalmen is „het meest populaire boek uit het Oude Testament. Het persoonlijke karakter en het poëtische karakter dragen bij tot de populariteit.”
De „toptien van oudtestamentische bijbelboeken” ziet er, zo wordt geconstateerd, als volgt uit: Psalmen (257 keer gekozen als uitgangspunt), Jesaja (141 keer), Genesis (137 keer), Exodus (69 keer), Spreuken (61 keer), Jeremía (52 keer), Deuteronomium (49 keer), Ezéchiël (47 keer), Rechters (Richteren; 45 keer), 1 Samuël (44 keer).
Voor het Nieuwe Testament luidt het lijstje zo: Lukas (389 keer), Matthéüs (340 keer), Johannes (327 keer), Handelingen (253 keer), Markus (190 keer), 1 Korinthe (133 keer), Romeinen (122 keer), Openbaring (95 keer), Efeze (74 keer), 1 Petrus (60 keer).
Ds. A. van Harten-Tip, secretaris van ”kerk en prediking”, toont zich sceptisch over de conclusie dat het Lukas-evangelie het meest geliefd is bij voorgangers. „Ik heb de indruk dat de onderzoekers niet precies in de gaten hebben gehad hoe de Postille totstandkomt. Wij als werkgroep bepalen namelijk welke teksten er in elke nieuwe uitgave aan de orde komen. Daarvoor hebben we ook richtlijnen opgesteld - waardoor bijvoorbeeld Lukas en de andere Evangeliën een veel prominentere plaats innemen dan, laat ik zeggen, de profeten, of de paulinische brieven. Het Oude Testament is dus sowieso onderbedeeld ten opzichte van de Evangeliën.”
Als een graadmeter voor de populariteit van bepaalde teksten of hoofdstukken kan de Postille dan ook niet worden beschouwd, stelt ds. Van Harten. „Zeker niet als je er ook de reformatorische, bevindelijke kring nog eens bij betrekt. Want daar wordt bepaald niet alleen uit Lukas of de Psalmen gepreekt, maar uit de hele Bijbel. De Klaagliederen, de brieven. Maar ik denk dat als we de predikanten die aan de Postille meewerken -overigens een steeds breder gezelschap- vrij zouden laten in hun tekstkeuze, er ook een heel ander plaatje zou ontstaan. Véél meer aandacht voor de Psalmen bijvoorbeeld.”
In ”Mensen met een verhaal”, waarvoor de verschijning van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) de aanleiding vormt, zijn nog enkele (overigens eerder gepubliceerde) onderzoeken opgenomen, onder andere over bijbelgebruik in de muziek, veelgebruikte teksten voor troost, en bijbelgebruik in Nederland. Hoofdmoot vormen echter de gesprekken met dertien „prominente Nederlanders”, die „openhartig” vertellen over de betekenis van de Bijbel in hun leven en over hun „favoriete bijbelverhalen.” Schrijver Appie Baantjer, minister Donner, sporter Yvonne van Gennip, emeritus hoogleraar prof. dr. C. Graafland, anesthesioloog Bob Smalhout.
Donner: „Het is nuttig dat er een nieuwe bijbelvertaling komt in Nederland. De taal van deze tijd is krachtiger. Nog te veel kijken we alleen maar naar het zo exact mogelijk weergeven van de tekst zoals die tweeduizend jaar geleden is bedoeld. We moeten ook letten op het huidige verstaan van die tekst. Neem een begrip als ”vrijheid”. Als wij tegenwoordig spreken over vrijheid, is dat een vanzelfsprekend begrip geworden. „Ik heb u vrijgemaakt”, zegt Paulus. Hij spreekt over vrijheid in een samenleving waarin de meeste mensen slaven zijn. Slaven hebben heel andere gevoelens bij ”vrijheid” dan mensen van deze tijd. De brieven van Paulus bepalen voor mij of een vertaling geslaagd is. De grootste weerstand krijg ik bij de vertaling van de Psalmen. Want die ken je, daarin ben je opgegroeid in een bepaald taalgebruik. Bij de Psalmen zeg ik altijd: geef me de oude vertaling maar weer. Dat is een kwestie van gevoeligheid.”