Christelijke theologie rond het getal 1
In de bundel ”Only one way” staat de uniciteit en exclusiviteit van het christelijke geloof centraal. Eén evangelie, één God, één Redder, één waarheid, één weg en één volk.
Ieder jaar wordt de Philadelphia Conference on Reformed Theology gehouden. Wie binnen de theologie Philadelphia zegt, denkt meteen aan het Westminster Theological Seminary in die stad. Maar meer nog aan een vastomlijnde gereformeerde theologische positie die men inneemt binnen de kerken in de Verenigde Staten.
De jaarlijkse conferenties worden gehouden om het geloof van de kerken te versterken. Deze bundel bevat een aantal geselecteerde lezingen. Iedere lezing is de moeite waard om kennis van te nemen. In een tijd waarin ook onder christenen steeds meer aarzeling ontstaat bij een vrijmoedig en volmondig erkennen van de uniciteit en exclusiviteit van het christelijk geloof, kan de inhoud van deze bundel mensen aansporen en bemoedigen om te blijven bij het geloof dat eenmaal de heiligen overgeleverd is.
De eenvoud is aantrekkelijk, maar soms ontkracht die juist wat beoogd wordt door al te snelle conclusies. In het eerste opstel gaat David F. Wells in op de methode die Paulus volgens Handelingen 17 gebruikt heeft op de Areopagus. Als reactie op het misbruik van dit hoofdstuk –door de nadruk eenzijdig te leggen op „aansluiten bij de cultuur”– wordt nu slechts het „tegendraadse contrast” benadrukt.
De bedoeling ervan is helder: waarschuwen tegen een benadering van het Evangelie die weinig anders oplevert dan een of andere therapie of zelfhulpprogramma. Spiritualiteit –en daar was Athene vol mee– als vermomming van verdraaiing en verdringing van het erkennen van de ene God.
Eén Evangelie. Dat betoogt Albert Mohler in een opstel dat als vertrekpunt het loflied aan het slot van Romeinen 8 heeft. Dit loflied op de liefde van God in Christus heeft een „weg.” Om dat te laten zien, belicht hij vooral de eerste drie hoofdstukken van deze brief. Ook hier veel wat aanspreekt, maar soms is zijn betoog te weinig onderbouwd.
Een voorbeeld. „God hééft de mensheid overgegeven aan haar zondigheid en zo volgt de catalogus van de zonde.” Dat laatste klinkt als een noodzakelijk gevolg van het eerste. Is dit in overeenstemming met de werkwoordsvorm „hééft overgegeven,” dus eens en voorgoed? Is het meteen de hele mensheid die overgegeven is? Vindt dit overgeven niet plaats in de weg van een blijvende verharding, verdringen en vervangen van de waarheid? Paulus spreekt niet: „heeft óns overgegeven.” Waarom niet? Hij zou toch schrijven: „want er is geen onderscheid”? Ingaan op deze vragen zou het betoog meer zeggingskracht geven.
Er staan vele rake zinnen in het boek. Die geven stof tot verder nadenken. Zoals bijvoorbeeld over God en liefde, die van plaats wisselen. In plaats van „God is liefde” is de opvatting gekomen: „de liefde is god.” Philip Ryken tekent op beeldende wijze de modernist en de postmodernist, ieder met een bordje in de hand. Op de ene staat: „De feiten zoals ze zijn”, op de ander „De waarheid zoals ik die zie.”
Soms kriebelt het echt even. „Geschiedenis bestaat omdat God er vóór en er na is; God is eeuwig.” De eeuwigheid van God lijkt me Bijbels-theologisch van een andere kwaliteit dan een kwantitatief „voor” en „na.”
Tenslotte: bij het thema ”één volk” zou het wel mooi geweest zijn als Efeze 2 verwerkt was. Heidenen bij Israël ingelijfd. Nu wordt alles op één hoop gegooid.
Boekinfo
Only One Way. Christian Witness in an Age of Inclusion, Michael L. Johnson en Richard D. Philips; uitg. P&R Publishing, Phillipsburg, 2018; ISBN 9781629953939; 149 blz.; $ 11,50.