„Voor bietenteler dreigt strop van 15.000 euro per jaar”
Een Nederlandse bietenteler dreigt flink minder inkomsten te krijgen als het voorgestelde nieuwe Brusselse suikerbeleid praktijk wordt.
Landbouwvoorman Maarsingh, zelf een bietenteler, becijferde woensdag het verlies op 1000 euro per hectare per jaar.
Nederland telt, over het hele land verspreid, ongeveer 16.000 akkerbouwers die elk gemiddeld 15 hectare bieten inzaaien. De totale strop zou voor een boer daardoor uitkomen op 15.000 euro per jaar. Daarnaast verbouwen ze ook graan, aardappelen, uien en groenten. Het bietenareaal beslaat grofweg 15 tot 20 procent van het totaal.
Bietentelers kunnen niet zo veel produceren als ze willen. Ze zitten vast aan een vaste productiehoeveelheid. Dat Europese quotumsysteem bestaat sinds 1968.
De boeren krijgen een aangename, gegarandeerde minimumprijs die op ruim 43 euro per ton ligt. In werkelijkheid krijgen de Nederlandse bietentelers volgens Maarsingh nog meer, dankzij een efficiënt draaiende suikerindustrie. Het verschil varieert tussen 5 en 8 euro.
Door de voorgestelde prijsdaling van 37 procent (in stappen vanaf juli 2005) zakt die garantieprijs naar 27 euro, aldus Maarsingh, die voorzitter is van de vakgroep akkerbouw van boerenorganisatie LTO Nederland.
De boeren krijgen die prijsdaling wel voor 60 procent gecompenseerd, mits ze stoppen met de verbouw van suikerbieten. De LTO-man vindt dat belachelijk. Volgens hem jaagt het nieuwe beleid Europa op extra kosten van 1,3 miljard euro per jaar. „Elke hervorming kost geld.”
De akkerbouwers willen de bietenteelt niet opgeven. Maarsingh: „Bieten zijn de kurk die wij niet kunnen missen.” Overschakelen op een andere teelt is er eigenlijk niet bij. Aardappelen telen is riskant, met hun wisselende prijzen en aan graan wordt niets verdiend, aldus Maarsingh. „Graan is meer een gezondmaker van de bodem.” De zuivelsector met zijn quotumbeleid biedt ook geen soelaas.
Faillissementen onder akkerbouwers verwacht Maarsingh echter niet. „Boeren gaan niet failliet. Die stoppen er mee. We kunnen altijd nog onze grond verkopen.”
Voor de suikerindustrie dreigt door de Brusselse inzet een kapitaalvernietiging van 1,3 miljard euro. De landbouwvoorman doelt op de coöperatieve Cosun (voorheen SuikerUnie) en het beursgenoteerde CSM. Zij runnen vijf fabrieken, twee in Groningen en de andere drie staan in Breda, Puttershoek en Dinteloord. Er werken 5000 mensen.