Jan Boerland voerde jarenlang actie tegen het ministerie van Buitenlandse Zaken, zijn vroegere werkgever. Het departement was volgens hem verantwoordelijk voor de dood van zijn vrouw. Boerland’s vrouw werd in 1987 in hun huis in de Jamaicaanse hoofdstad Kingston vermoord, kort nadat het ministerie een verzoek om extra beveiliging had afgewezen. Uiteindelijk troffen de man en het ministerie in december 2000 een schikking waarvan een schadevergoeding deel uitmaakte.

Een familielid, waarschijnlijk zijn dochter, vond Boerland’s stoffelijk overschot zaterdag in zijn woning aan de Kortenhoefsestraat in Den Haag. Omdat de politie uitging van een misdrijf, werd zijn huis verzegeld. Uit de sectie bleek woensdag dat van moord geen sprake is. De persofficier kon niet zeggen waarom eerst aan een onnatuurlijke dood werd gedacht.

Politie en justitie zijn nog wel op zoek naar een persoon van wie ze vermoeden dat die bij het overlijden van Boerland is geweest. Deze persoon is geen verdachte, maar de politie zou hem of haar graag willen spreken „om het verhaal rond te krijgen", aldus de persofficier.