Het gaat volgens Hoekstra „in heel veel opzichten goed” met Nederland. Zo verwacht het kabinet voor het vierde jaar op rij een begrotingsoverschot. „Dat is in zestig jaar niet meer voorgekomen”, benadrukte de minister. De economie blijft daarnaast stevig groeien en de werkloosheid daalt naar het laagste niveau in vijftien jaar.

Bijna iedereen in Nederland gaat volgend jaar ook in de portemonnee merken dat het beter gaat. Gemiddeld gaan huishoudens er 1,5 procent op vooruit. Ook ziet het kabinet ruimte om extra te investeren in onder meer onderwijs, infrastructuur, veiligheid en defensie.

Tegelijkertijd onderstreepte Hoekstra de noodzaak om juist nu het economisch goed gaat, voorbereidingen te treffen voor mindere tijden. Hij haalde als voorbeeld de wedloop aan tussen de poolreizigers Roald Amundsen en Robert Scott, die in 1911 allebei probeerden als eerste de Zuidpool te bereiken.

Dat Amundsen uiteindelijk als eerste zijn doel bereikte, en bovendien levend en wel terugkeerde, was volgens Hoekstra te danken aan de uitmuntende voorbereiding van de Noor op de barre en onvoorspelbare tocht. Scott verscheen beduidend minder goed geprepareerd aan de start. Het gevolg: de Amerikaan bereikte pas ruim een maand later dan Amundsen de Zuidpool en overleefde bovendien de terugtocht niet.

Hoekstra waarschuwde dat ook de huidige economische vooruitzichten omgeven zijn door veel onzekerheden, met name door de naderende brexit. „Om vol vertrouwen naar de toekomst te kunnen kijken, moeten we daarom juist nu ons fundament versterken, en reserves aanleggen”, aldus de minister. „Die honderd jaar oude les van Amundsen neemt het kabinet ter harte.”