Geeft God alleen het goede?
Er zijn zo veel dingen die het moeilijk maken om in God te geloven. Bijvoorbeeld het gegeven dat we God niet kunnen zien en dat onze cultuur op het zichtbare is gericht. Maar het geloof is misschien nog wel moeilijker omdat er zo veel lijden in deze wereld is. Het is het meest gebruikte argument tegen het christelijke geloof. Die moeilijkheid wint aan kracht als we zien dat Gods kinderen onder zware druk worden gezet, worden vervolgd, gemarteld en gedood. Waarom laat de Heere dit toe? Als Hij een Vader van Zijn kinderen is, wil Hij toch alleen maar het goede voor hen?
JA
Ons doopformulier belijdt het heel diepzinnig dat God ons „van alle goed verzorgen en alle kwaad van ons weren wil.” Wie in het geloof leeft, ervaart het ook dat Gods goedertierenheden elke morgen nieuw zijn. Wat kun je je dan verwonderen over elke boterham die je uit Zijn hand ontvangt. Als het tot je doordringt dat God je persoonlijk en bewust elke boterham aanreikt, maakt dat je heel klein en verwonderd. Je ziet Gods grootheid in de kleinste dingen en zogenaamd kleine dingen zijn dan grote dingen. Je ontdekt dat het Gods grootheid is dat Hij in de kleinste dingen aanwezig is. Zo leiden Gods gaven je vol verwondering tot God Zelf en belijd je dat de Heere een en al goedheid en gunst is.
NEE
Dan is er ook die andere kant van moeite, zorgen en zelfs vervolging. We kunnen daar verschillende overwegingen bij geven. Als gelovigen het hier op aarde alleen maar comfortabel zouden hebben, zou de christelijke hoop op de toekomende wereld niet zo levend zijn.
Gods kinderen ervaren ook dat beproevingen nodig zijn om aardsgezindheid, hoogmoed, ongeduld en ongeloof in hun hart te ontdekken. Dan blijkt het Gods zorg te zijn om zorgen te hebben, opdat wij niet zorgeloos zouden zijn. Dan zijn beproevingen een weg om des te dieper in de Heere Jezus te wortelen en de genade van nederigheid, geduld, overgave, geloof, zachtmoedigheid, lijdzaamheid en matigheid uit Hem te putten.
We mogen ook bedenken dat we juist in zorgen en moeiten de grote liefde van God ontdekken. Een kind dat bedroefd is, ervaart hoe het moederhart helemaal openbloeit en in liefde alle troost geeft die maar mogelijk is. Zo kunnen de slechtste tijden in ons leven weleens de beste tijden zijn.
Bovendien kan hier een rijk getuigenis van uitgaan naar anderen. Ik herinner me dat ik als jonge predikant eens bij iemand op bezoek kwam die alleen maar zorgen had. Ik was diep getroffen door het getuigenis dat deze persoon van Gods trouwe zorg gaf. Er is geen krachtiger bewijs van de levende God dan Zijn troost in lijden.
We stellen weleens de vraag waar God in Auschwitz was, of in de goelagarchipel. Vandaag de dag vragen we ons af hoe christenen in Noord-Korea het volhouden. Dit zijn heftige vragen. En tegelijk zijn er ook getuigenissen hoe de levende Christus in staat is om, midden in het kruis, Zijn heerlijkheid te laten schitteren. Dan is er hemelse vertroosting in het diepste aardse lijden.
De belangrijkste overweging bij het lijden van christenen is het lijden van Christus. Christenen zijn door het geloof één met hun Meester. Hun Meester is een gekruisigde Zaligmaker. Zouden wij één kunnen zijn met Christus zonder te delen in Zijn kruis? Een belangrijke Bijbeltekst in dit verband is Romeinen 8:17: als wij deel hebben aan Christus’ lijden, delen we ook in Zijn heerlijkheid. Zouden we kunnen delen in de glorie van Christus zonder te delen in Zijn kruis? Kunnen we kruis en glorie van Christus uit elkaar trekken?
Deze vragen laten ons zien dat Christus en het kruis onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dat brengt ons bij de persoonlijke vraag wat wijzelf wensen: Geen kruis en dan ook geen Christus? Of liever een gekruisigde Christus dan geen Christus? Hier zie je iets van het wonder van het geloof. Het geloof ziet heerlijkheid in de gekruisigde Christus en wil niets anders weten dan een gekruisigde Zaligmaker.
Dit geeft ons ook een dieper besef van wat de kerk is: de lijdende kerk is de ‘normale’ situatie voor Christus’ lichaam en de burgerlijke kerk in het Westen is ‘abnormaal’. Christus’ kerk heet in de Schrift een verzameling van armen, verachten, onedelen en dwazen (1 Kor. 1:26-28). Wie wil daarbij horen? Mag het lidmaatschap van de kerk ons wat kosten?
DUS
Dat de kerk lijdt, is geen argument tegen het christelijk geloof. Het onderstreept dat Christus een gekruisigde Zaligmaker is. Het lijden van de kerk wijst er wel op dat de geschiedenis nog niet is vervuld en dat er een betere wereld in het vooruitzicht is. Zo is de hoop een levende hoop.