Ouders omgekomen militair eisen openheid
De ouders van de in januari 2008 in Afghanistan omgekomen militair Aldert Poortema willen „op zeer korte termijn” in gesprek met de Defensietop. Ze vragen openheid over de dood van hun 22-jarige zoon, die werd geraakt door eigen vuur.
Hun advocaat Sébas Diekstra vraagt het gesprek aan, laat hij weten. „De vraag die voor de nabestaanden nog altijd onvoldoende beantwoord is, is in hoeverre deze tragische dood voorkomen had kunnen en moeten worden. En zo ja, of daarvoor iemand verantwoordelijk te houden is.”
Poortema en zijn collega Wesley Schol werden onbedoeld door eigen Nederlandse eenheden in Uruzgan doodgeschoten. Achteraf bleek dat het bevel tot vuren is gegeven op basis van een verkeerde plaatsbepaling.
De ouders spanden een procedure aan om onder anderen de verantwoordelijke commandant te vervolgen voor fouten die zouden zijn gemaakt. In 2010 wees het gerechtshof in Arnhem die eis af. De ouders leggen zich daar echter niet bij neer.
Een begin dit jaar bezorgde anonieme brief sterkt hen in hun hernieuwde strijd. Volgens de ‘klokkenluider’ - die naar eigen zeggen over documenten beschikt - en veel namen en details noemt, had de commandant niet uitgezonden mogen worden, omdat hij „op overtuigende wijze” was gezakt voor een belangrijk examen. „De hoogste landmachtbaas werd uitdrukkelijk geadviseerd om deze overste daarom niet uit te zenden, maar deed dat toch, bij gebrek aan beter.”