Voedsel is in Nederland te goedkoop
Nederland moet in 2030 internationaal koploper zijn in ”kringlooplandbouw”. Dat schrijft minister Carola Schouten in haar toekomstvisie voor de agrarische sector.
Niet alleen boeren en tuinders –en vissers– dienen een omslag maken, ook de consument is aan zet. Die moet straks minder eten weggooien en er bovendien meer voor betalen.
Wat bedoelt Schouten precies met kringlooplandbouw?
Niet: ”wat je eruit haalt, stop je er allemaal ook weer in”, want dat is bij voedselproductie onmogelijk. Het gaat haar om terugdringing van het gebruik van grondstoffen en om vermindering van de verspilling in de hele keten, vanaf het land tot op het bord van de consument. In de woorden van de visie: we moeten omschakelen naar een voedselsysteem waarin we natuur, milieu, bodem en klimaat niet overvragen. Nederland wil hierbij internationaal gidsland zijn.
Wat betekent dat concreet?
Boeren en tuinders gaan minder energie, kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken. Ze halen grondstoffen zoals mineralen (mest) en veevoer allereerst bij elkaar vandaan. Reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie gaan zo veel mogelijk terug naar de boerderij. Ons eten komt vaker uit eigen land en uit de directe omgeving.
Waarom moet het eigenlijk anders?
De sector richt zich nu nog op kostenverlaging en productieverhoging. Dit leidt tot schaalvergroting en ook tot druk op de leefomgeving. Biodiversiteit, milieu, drinkwater en de kwaliteit van het landschap worden bedreigd, stelt de minister. Tegelijk is de landbouw in economisch opzicht kwetsbaar: de marge voor de boer is klein, soms zelfs negatief, en inkomens variëren sterk. Boer en tuinder willen wel duurzamer werken maar ze zitten volgens Schouten „gevangen in het huidige productiesysteem, dat niet toekomstbestendig is.”
Daar komt bij dat Nederland zich in internationale afspraken heeft verplicht om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en zorgvuldiger om te gaan met grondstoffen, hulpbronnen en de natuurlijke omgeving. Daar moet de landbouw zijn steentje aan bijdragen.
De landbouw maakt zich toch al langer sterk voor kringlopen?
De minister erkent dat veel boeren en tuinders zich al inspannen om hun bedrijfsvoering duurzamer te maken of de biodiversiteit op hun land te vergroten. Ze wijst ook op het positieve effect van nieuwe technologieën, veredeling en precisielandbouw. Maar het gaat er nu om dat het hele voedselsysteem een omslag maakt, van grond tot mond zogezegd.
Wat zijn de economische gevolgen voor boer en consument?
De Nederlandse consument besteedt gemiddeld slechts 11 procent van zijn inkomen aan voedsel. De prijzen zijn zo laag dat de boer er niet met goed fatsoen voor kan produceren. Tegelijk krijgt hij steeds hogere eisen opgelegd als het gaat om dierenwelzijn, natuur en milieu. Die situatie is onhoudbaar, vindt het kabinet. Boeren, tuinders en vissers dienen een ”eerlijke prijs” te ontvangen. Dan kunnen ze ook blijven investeren in verdere verbetering. De consument gaat dus meer betalen, en zal ook minder voedsel moeten verspillen.
Schouten gaat de omvang van de veestapel niet beperken, hoewel sommige partijen en organisaties daar op aandringen.
Als je van kringlopen uitgaat dan hoef je niet over aantallen dieren te discussiëren, zegt ze in dagblad Trouw.
Moet de landbouw terug naar Ot en Sien?
Nee. Ook in de toekomst blijft er ruimte voor grootschalige boerderijen. Als die bedrijven maar werken in gesloten kringlopen.
Wat doet de overheid zelf?
De overheid wil meedenken en waar nodig faciliteren. Maar ze houdt ook een stok achter de deur: als de gewenste omslag naar kringlooplandbouw niet doorzet, komt ze met nieuwe regelgeving.
Zegt Schouten ook iets over de visserij?
Ja. Ze constateert dat er op de Noordzee steeds minder ruimte overblijft voor de visserij vanwege claims voor windmolenparken en natuur. Ook de visserij moet verder verduurzamen en verspilling tegengaan. Daarbij is een gezonde visstand het uitgangspunt. De onvermijdelijke bijvangst dient zo veel mogelijk een waardevolle bestemming te krijgen.