Opinie

Migranten verrijken ons denken over cultuur

Juist als mensen uit andere culturen (negatief) reageren op onze cultuur, moeten we als christenen nadenken over wát in onze cultuur echt blijvende (eeuwige) waarde heeft. Zo kunnen migranten ons tot voordeel zijn, reageert ds. D. C. G. van der Kraan.

Ds. D. C. G. van der Kraan
7 September 2018 08:55Gewijzigd op 16 November 2020 14:03
„Vanuit missiologisch perspectief brengt de migratie naar Europa en naar Nederland veel mogelijkheden.” beeld iStock
„Vanuit missiologisch perspectief brengt de migratie naar Europa en naar Nederland veel mogelijkheden.” beeld iStock

Cultuur is een lastig begrip. Waar hebben we het precies over als we spreken over de Nederlandse cultuur? En wat betekent het als we zeggen dat migranten een bedreiging vormen voor deze cultuur, zoals boven het artikel van ds. D. Heikoop staat (RD 31-8)?

De gevoelens die ds. Heikoop beschrijft, zijn reëel voor verschillende christenen in Nederland. Ze mogen gehoord worden, ook in het debat over het omzien naar de vreemdeling. Toch denk ik dat de argumenten die hij noemt niet volledig zijn. De belangrijkste vraag is: Welke waarde heeft culturele identiteit (ons Nederlander-zijn) voor een christen? En: voor God?

Cultuur in de Schrift

In grote lijnen kunnen we zeggen dat culturele diversiteit in de Bijbel niet negatief wordt genoemd. Je kunt verschillen aanwijzen tussen bijvoorbeeld een Nederlander en een Italiaan en zo veel anderen. Die verscheidenheid weerspiegelt iets van de veelkleurigheid en veelsoortigheid die God Zelf in Zijn schepping heeft gelegd. Kijk ook naar de natuur. De grote variatie laat iets zien van de creativiteit en de schoonheid van God Zelf.

Dat de Heere God aan de mens de opdracht geeft om heel de aarde te vervullen en te cultiveren, houdt vanzelf ook een variatie aan cultuur in. Sommigen werden vissers, anderen nomaden, weer anderen landbouwers. De variatie aan talen –taal is een belangrijk aspect van cultuur– heeft eerst een negatieve klank, als gevolg van de torenbouw van Babel. Maar na Pinksteren waardeert God de diversiteit aan talen en culturen anders. Dat blijkt op de pinksterdag, maar daar gaat ook de vergadering in Handelingen 15 over. Moeten nieuwe gelovigen uit de heidenen zich aanpassen aan de vormen van het volk van Israël (onder meer de besnijdenis)? Of kunnen ze christen zijn op een manier die past bij hún cultuur? Onder de leiding van de Geest besluiten de apostelen tot het laatste.

Openbaring 5:9 en 7:9 noemt een menigte uit iedere taal, volk en natie die nu hoort bij God. Dat is een belofte voor de toekomst. Hoe dat precies zal klinken, weet ik niet, en we moeten de symboliek ervan ook niet misverstaan. Maar in het geheel van de Schrift lijkt het niet onterecht om de diversiteit aan talen (en impliciet ook culturen) vrij letterlijk te nemen. Er wordt straks óók Nederlands gesproken voor de troon van God. Openbaring 21:24 lijkt daar eveneens op te wijzen: de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer (in allerlei verschillende culturele uitingen) binnen in het nieuwe Jeruzalem. Het is de veelkleurigheid en de variatie van de nieuwe schepping die God glorie brengt. En wie weleens een internationale kerkdienst heeft bijgewoond, herkent denk ik wat ik bedoel.

Cultuur doet ertoe

Wat betekent dit voor de discussie over de Nederlandse cultuur? God stelt belang in ons Nederlander-zijn. We zullen op de nieuwe aarde niet van kleur verschieten, in figuurlijke noch letterlijke zin. Trouwens, wie denkt dat onze culturele identiteit voor God niet zo belangrijk is, moet zichzelf ook niet druk maken als die cultuur wordt ‘bedreigd’.

Maar als ons Nederlander-zijn er voor God toe doet (net zo goed als het Marokkaan-zijn of, in de Namibische context, het Ovambo-zijn), moeten we ons ook afvragen wélke aspecten van ons Nederlander-zijn er voor God toe doen. Frank van Putten, op wiens artikel (RD 17-8) ds. Heikoop reageert, noemt dingen in onze cultuur die niet goed zijn, waar moslims zich terecht aan stoten en die ook zeker geen plaats hebben in het Koninkrijk van God.

Wat er voor God toe doet, zijn díé dingen van ons Nederlander-zijn waarmee we Hem aanbidden. Onze taal, kerkmuziek en andere christelijke liederen, bepaalde waarden en normen die in lijn zijn met de Schrift. Juist in situaties waarin mensen uit andere culturen (negatief) reageren op onze cultuur, moeten we als christenen nadenken over wát in onze cultuur echt blijvende (eeuwige) waarde heeft. Op die manier kunnen migranten ons helpen om onze eigen cultuur te zien zoals die werkelijk is. En dat kan alleen maar verrijkend zijn.

In dat licht zouden christenen (en kerken) juist open moeten staan voor migranten. Niet alleen maar om hen te helpen bij materiële noden, maar juist ook om met hen het Evangelie te delen. Veel migranten zijn in Nederland tot geloof gekomen. En kerken zouden ervoor open moeten staan om sámen met christenen uit andere culturen God te aanbidden. Dat brengt genoeg praktische vragen mee, maar in vertrouwen op God kunnen we dan vreugdevolle erediensten verwachten, waarin de grootheid van God nog meer zichtbaar wordt.

Veel mogelijkheden

Met dit alles in gedachten reageer ik kort op het artikel van ds. Heikoop.

  1. Met een beroep op het Oude Testament zeggen dat vreemdelingen zich aan de ontvangende cultuur moeten aanpassen, doet tekort aan het geheel van de Schrift. De cultuur van Israël is gekleurd door zijn unieke karakter als volk van God. Geen enkel ander volk heeft diezelfde status als ”uitverkoren volk”. Aanpassing aan de voorschriften voor Israël betekent toewijding aan de God van Israël. Maar Pesach is niet hetzelfde als Koningsdag, en de offerdienst is niet hetzelfde als de Belastingdienst. Toewijding aan de God van Israël, niet aan een specifieke cultuur, is wat telt. Toen en nu.

  2. Vanuit missiologisch perspectief brengt de migratie naar Europa en naar Nederland veel mogelijkheden. De Heere God wil nog steeds dat mensen uit álle volken en talen Hem leren kennen. En nu komen mensen uit zo veel volken en talen dicht bij ons. Of je dat nu wel of niet als werk van God ziet, we moeten deze mogelijkheid om het Evangelie te delen met beide handen aangrijpen. Wie migranten buiten Nederland wil houden, zou zelf dan ook bereid moeten zijn om uit Nederland weg te gaan om het goede nieuws met hen te delen.

  3. Bezorgdheid en angst, hoe begrijpelijk ook, zijn uiteindelijk niet de beste reacties voor een christen. Vaak genoeg klinkt in de Schrift: „Wees niet bevreesd.” Dat geldt ook voor de uitdagingen waar migranten onze cultuur voor stellen. Jezus, de levende Heer, heeft het laatste woord over ieder volk en iedere cultuur (Matth. 28:18). Hij is bij ons (Matth. 28:20) en in dat licht kunnen we de vreemdeling verwelkomen in Zijn Naam.

De auteur is zendingspredikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland en namens de GZB uitgezonden naar Namibië.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer