„Houd als student goede band met thuisgemeente”
Honderden studenten uit de gereformeerde gezindte nemen volgende week voor het eerst plaats in de collegebanken. Ds. A. Th. van Olst kijkt dankbaar terug op zijn studieperiode. De colleges aan de Apeldoornse universiteit vormden hem. Maar de vele uren bomen met medestudenten deden dat niet minder. Zijn tip voor eerstejaars die op kamers gaan: zoek een christelijk studentenhuis.
Wat moet ik ervan vinden als de wetenschap de Bijbel lijkt tegen te spreken? Wanneer mag ik belijdenis doen? Wat is de juiste kerk? Ds. A. Th. van Olst (40) dacht als jongere na over deze vragen. Van 2009 tot 2015 was hij predikant van de christelijke gereformeerde kerk Utrecht-West. Op een doorsnee zondagochtend zaten er circa 25 studenten onder zijn gehoor, met name afkomstig uit het behoudende deel van de gereformeerde gezindte. Doordeweeks ontmoette ds. Van Olst hen op (belijdenis)catechisatie. Hij ontdekte dat veel studenten ook met deze vragen worstelden.
Durfden zij u al hun vragen te stellen?
„Dat hoop ik wel. Want de kerk moet bij uitstek een veilige plek zijn waar alles gevraagd kan worden. Mijn ervaring is dat wat studenten bezighoudt vaak breder leeft binnen de kerk. Voor hen is het vaak ook bemoedigend te merken dat ze lang niet de enigen zijn die met bepaalde vragen rondlopen.
Soms ging het over kwesties rond schepping en evolutie of over hoe je als christen wetenschap moet bedrijven. Op belijdeniscatechisatie leefden er veel vragen rond thema’s als geloofszekerheid, verbond, doop, bekering en de heilsorde. Soms proefde ik de worsteling van studenten met wat ze vanuit hun thuisgemeente hadden meegekregen. Een grote vraag voor hen was ook: wanneer mag je belijdenis doen en mag dat in een andere kerk dan die waarin je bent opgegroeid?”
Welk antwoorden gaf u op die laatste vragen?
„Ik stelde hun in persoonlijke gesprekken kritische tegenvragen. Zoals: waarom wil je bij ons belijdenis doen? Zoek je daarin de weg van de Heere? Gezond kerkelijk besef is naar mijn mening dat je niet zomaar het kerkverband verlaat waarin je bent opgegroeid. Wellicht heb je daar een taak. Nooit mag vooropstaan dat je ergens lid wordt omdat het daar zo plezierig is. Maar tegelijk wees ik hen op de wereldwijde kerk. Dat relativeert kerkverbanden.”
Geven christelijke middelbare scholen voldoende bagage mee?
„Wel wat betreft kennis, maar de begeleide confrontatie blijft droogzwemmen. Daardoor is de overgang van behoudende school naar universiteit vrij groot. In België is geen christelijk onderwijs zoals we dat in Nederland kennen. Jongeren van onze gemeente zijn vaak enig christen in de klas, moeten kleur bekennen en ontwikkelen daar vroeg de vaardigheden voor. Vroeg eraan gewend zijn dat je de enige christen in je omgeving bent, zorgt voor een soepele overgang van middelbare school naar universiteit. Misschien levert het ook op dat de vraag hoe je leeft als christen in een seculiere wereld prioriteit krijgt en interne zaken naar de achtergrond verdwijnen.”
Heeft u tips voor eerstejaars?
„Houd de band met de thuisgemeente goed. Wie op kamers wil: probeer of je met andere christenen in huis kunt wonen. Voor mij was dat buitengewoon vormend. Lid worden van een christelijke studentenvereniging beveel ik van harte aan. Overweeg daarnaast of je tijd kunt vrijmaken om naar doordeweekse activiteiten van een kerkelijke gemeente in de studentenstad te gaan. Benut de platformen waar je je kunt ontwikkelen en stel alle vragen die bij je opkomen. Zelf genoot ik er altijd heel erg van om samen met studenten antwoorden te zoeken. Voor veel collega’s is dat, denk ik, niet anders. Maak het die stadspredikant maar flink lastig.”