Nederlanders tegen klokverzetten in enquête
Van de Nederlanders die hun mening hebben gegeven in de raadpleging over de zomer- en wintertijd heeft 79 procent aangegeven voorstander te zijn van afschaffing. Van de bevolking heeft 0,16 procent meegedaan. Nederland neemt daarmee de 24e plaats in van de 28 EU-lidstaten.
Bijna vier op de tien Nederlandse respondenten ervaren het jaarlijkse klokverzetten als „zeer negatief” en zo’n 35 procent „negatief”. Ruim 10 procent is juist „erg positief”, blijkt uit een overzicht.
Duitsland is het land met de meeste deelnemers aan de enquête van de Europese Commissie. Van de Duitse bevolking deed 3,79 procent mee. Oostenrijk en Luxemburg staan qua deelname op plaats 2 en 3. Alleen in Denemarken, Italië, Roemenië en het Verenigd Koninkrijk was het percentage deelnemers lager dan in Nederland.
Griekenland, Malta en Cyprus zijn de enige EU-landen waar een groot deel van de respondenten de bestaande situatie wil handhaven. Het gaat om grofweg de helft.
Gemiddeld wil 84 procent van de respondenten af van de regeling. Voor de Europese Commissie is dat reden om met een voorstel te komen om er een eind aan te maken. Of daarin de zomertijd of de wintertijd leidend zal zijn is nog niet besloten. Vervolgens moeten de lidstaten en het Europees Parlement zich er nog over uitspreken.
D66-Europarlementariër Matthijs van Miltenburg is niet enthousiast. „Zouden we onze energie niet ergens anders voor aanwenden?” Zijn CDA-collega Annie Schreijer is juist erg blij. Dat geldt ook voor Peter van Dalen (ChristenUnie): „En nu snel doorpakken zodat we in 2019 de klok niet meer hoeven te verzetten.” Bas Eickhout (GroenLinks) wijst erop dat als de zomertijd het hele jaar zou gelden, het op 21 december pas rond 09.50 uur licht is in Nederland.