Prof. De Reuver tijdens Haamstedeconferentie: Preken is schilderen
Een predikant let bij het schrijven van zijn preek op veel technische aspecten. Maar daarmee kan hij zijn verkondiging niet eigenhandig een hartslag geven. Prof. dr. A. de Reuver: „Alleen door Gods werk wordt een preek geen uiteenzetting, maar uitdeling.”
De emeritus hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland ging dinsdag tijdens de tweede morgenlezing op de Haamstedeconferentie te Elspeet in op de hartslag van de prediking, ofwel „het levende gebeuren van de verkondiging zelf.” Hij behandelde drie aspecten: de werkplaats van Gods Geest, de tegenwoordigheid van Christus en de grond van het geloof.
Via de Geest reikt God naar de mens, aldus prof. De Reuver. „Het is eenrichtingsverkeer. De Hoge daalt af naar het lage, niet andersom. De Geest sticht en onderhoudt de gemeenschap. Tussen de Vader en de Zoon, maar ook tussen God en mens.”
Dat doet de Geest door „het Woord te voeren”, zo stelde prof. De Reuver. „Aanvankelijk sprak God rechtstreeks, bijvoorbeeld tot de profeten, die werden ingeschakeld om de woorden van God op een middellijke manier aan Israël door te geven. Daarna, in de volheid des tijds, kwam de Zoon als het vleesgeworden Woord. Met Pinksteren daalde de Geest neer. God legde contact. Al direct vanaf het begin verkondigde de Geest het Evangelie via de prediking van de apostelen. Het Woord als voertuig van de Geest, om het met Calvijn te zeggen.”
Galaten
De prediking is ook de tegenwoordigheid van Christus, aldus de hoogleraar. „Luther twijfelde er niet aan dat preken niet anders is dan Christus nabij brengen. Dat is de hartslag bij uitnemendheid.”
Prof. De Reuver vergeleek het preken met schilderen. „Een predikant schildert Christus met woorden voor ogen. Door genade schildert hij Hem uit zoals Hij lag in de kribbe, zoals Hij ondergedompeld werd in de Jordaan en kroop in de hof. Zoals Hij aan het kruis hing op Golgotha en na Zijn opstanding aan de discipelen verscheen met littekens in Zijn handen.”
Geloof
Prof. De Reuver wees ten slotte op de „oerzonde” van het ongeloof. „Dat zet een duivels vraagteken achter de woorden die God heeft gesproken. Het is een nee zeggen tegen God. Maar God doet het ja van Zijn trouw niet teniet. Hij wil het trouweloze en tuchteloze nee overwinnen door het ja van Zijn erbarmen.”
Dat doet God door het Woord van de Geest, aldus prof. De Reuver. „Het geloof is immers uit het gehoor, zo leert Paulus. Het Woord heeft een duidelijk adres. Het is persoonlijk gericht aan eenieder die oren heeft om te horen. Het is een getrouw woord en alle aanneming waardig. En de zondaar die dit te geloven krijgt, doet de ervaring op dat het geloven overstroomt in wederliefde en verwondering.”