Als de Turken de crisis gaan voelen, zullen ze met Erdogan afrekenen
Wat bezielt Erdogan? Dat vraagt zo ongeveer iedereen zich af. De stevige economische crisis die de Turkse economie treft, is in zijn ogen volledig de schuld van het buitenland. Hij spreekt letterlijk over een Amerikaans-zionistische samenzwering. De problemen zichzelf aanrekenen doet Erdogan niet. Dat past autoritaire heersers natuurlijk ook niet.
Met de economie van Turkije ging het al langere tijd niet goed. Volgens sommige deskundigen ging het verkeerd vanaf 2011, toen de Turkse president autoritaire trekken begon te vertonen. Met dat de democratie uit het zicht geraakte, stagneerde de toestroom van buitenlands kapitaal.
Twee jaar geleden verslechterde de toestand dramatisch toen militairen tevergeefs naar de macht grepen. Erdogan rekende af met de beweging van de islamitische prediker Gülen, die hij voor de mislukte coup verantwoordelijk houdt. Honderdduizenden Turken werden achter slot en grendel gezet. De maatschappelijke onrust leidde ertoe dat er nog minder buitenlands kapitaal binnenkwam.
Vorige maand escaleerde de economische situatie toen de Amerikaanse president Trump economische strafmaatregelen tegen Turkije instelde. Trump kondigde die af omdat Erdogan de Amerikaanse predikant Andrew Brunson niet wil vrijlaten. De predikant, die een evangelische gemeente leidt in de Turkse stad Izmir, het vroegere Smyrna, werd bijna twee jaar geleden opgepakt. Hij wordt onder andere onterecht beschuldigd van banden met de Koerdische afscheidingsbeweging PKK. Bovendien zou hij hebben deelgenomen aan de staatsgreeppoging van 2016. Brunson hangt een gevangenisstraf van 35 jaar boven het hoofd.
Erdogan laat de Amerikaanse predikant evenwel niet gaan. Hij blijft erbij dat Gülen, die in de Verenigde Staten verblijft, moet worden uitgeleverd. „Prediker tegen prediker”, riep hij een paar weken geleden.
Bovendien gebruikt Erdogan de sancties die Trump instelt als excuus om te wijzen naar het buitenland voor de oorzaak van alle misère. En dus spreekt de Turkse leider over een economische oorlog waarin „dollars, euro’s en goud de kogels, kanonnen en raketten” zijn die tegen Turkije worden gebruikt.
Weliswaar is Erdogan na zijn verkiezingsoverwinning van juni machtiger dan ooit, maar met deze economische crisis heeft hij met een probleem te maken dat niet eenvoudig te tackelen is. Politieke tegenstanders kan hij opsluiten, maar dat gaat niet met een op drift geraakte economie. Alleen wijzen naar het buitenland helpt niet. Hij moet zelf orde op zaken stellen.
Nog altijd is Erdogan gezien bij de bevolking, maar die populariteit heeft een houdbaarheidsdatum. Altijd was zijn leus: „Kies mij, dan gaat het beter met jullie.” Maar als de Turken de crisis gaan voelen, zullen ze hem daar verantwoordelijk voor houden. En zullen ze met hem afrekenen.