Waar een oude fiets nog lang geen oud ijzer is
Als het even kan, geven ze een fiets een tweede leven. De fietsenmakers van de Fietswerkplaats in Amersfoort vinden het maar niks dat oude rijwielen soms zomaar worden weggegooid. „Laat het aan ons over om te zeggen of ze nog wat waard zijn.”
Kettingkasten, sturen, voorvorken, spatborden, sloten: keurig gesorteerd liggen ze in bakken en op stellages klaar voor de fietsenmakers. „Een oude fiets is niet per definitie oud ijzer”, zegt Ton Beckers, de initiatiefnemer van de Fietswerkplaats. „Op z’n minst zitten er nog waardevolle onderdelen aan die we goed kunnen hergebruiken bij het opknappen van een andere fiets.”
Ruim duizend oude fietsen komen er per jaar bij de Fietswerkplaats binnen, veelal gedoneerd door Amersfoorters. In twaalf maanden tijd verkopen Beckers en zijn medewerkers circa 500 opgeknapte rijwielen. „Van twee of drie fietsen maken we er weer één.”
In 2013 had Beckers nog een re-integratiebureau. Een cliënt zocht werk als fietsenmaker. „Hij begon klein, op woensdagmiddag, bij mij achter in een schuurtje.” De Fietswerkplaats heeft nu zeven werkplekken. Er zijn drie betaalde krachten. De andere medewerkers doen er werkervaring op of zijn er voor dagbesteding. Sommigen hebben ADHD, autisme of een psychische stoornis. „Als begeleider ben ik helemaal niet met die beperkingen bezig”, zegt Beckers. „Als ze maar fietsen kunnen maken of dat willen leren. En het leuk vinden.”
De Fietswerkplaats doet ook reparaties, gemiddeld voor zeven tot acht klanten per dag. Dat varieert van een remkabel vervangen tot compleet reviseren. Beckers: „Een reparatie betekent stress, tijdsdruk. Sommige jongens houden daar helemaal niet van. Die vinden het heerlijk om in hun eigen tempo een fiets op te bouwen. Anderen hebben juist meer plezier in hun werk als ze snel moeten werken.”
Patrick (33), ruim twee jaar bij de Fietswerkplaats, volgt een re-integratietraject. Hij demonteert meestal de fietsen die niet opgeknapt kunnen worden. „Ik werk graag met mijn handen. En ik kan rustig aan doen, al moeten we natuurlijk wel doorwerken.”
Statushouder Daouda (36), afkomstig uit voormalig Frans-Guinee, volgens Wikipedia bestaat dit land niet meer, in Afrika heb je nu Guinee en in Zuid-Amerika iets wat erop lijkt: Frans-Guyana is anderhalf jaar ‘in dienst’. Hij helpt geregeld demonteren. Vandaag maakt hij met olie een opgeknapte fiets glimmend. „Leuk, afwisselend werk”, vindt hij. Driekes (24) is net bij de Fietswerkplaats. „In mijn oude baan kon ik de druk niet aan. Via een werkbegeleider kwam ik hier. Gelukkig hoeft niet alles vlug-vlug.”
Kwaliteit staat voorop bij de Fietswerkplaats. „We maken geen fietsen die je na een halfjaar alsnog moet weggooien. Dat zou geen reclame voor ons zijn”, stelt Roben de Kloet, bedrijfsleider en gediplomeerd eerste fietsenmaker. Alle opgeknapte fietsen passeren zijn keurend oog.
Op elke fiets wordt drie maanden garantie gegeven. Beckers: „Dat is niet alleen voor de klant, ook voor onszelf; als stok achter de deur. We willen goede spullen afleveren. Op de bon staat wie de fiets heeft gemaakt. Van fouten kan de persoon in kwestie leren.”
De opgeknapte fietsen kosten veelal 100 tot 150 euro. „Iedereen kan bij ons kopen”, aldus Beckers. In de praktijk worden relatief veel fietsen aangeschaft met bonnen van de voedselbank of maatschappelijke en kerkelijke fondsen en instellingen. Van de opbrengst betaalt de Fietswerkplaats materiaal –sommige onderdelen zoals kettingen en binnenbanden zijn vaak nieuw–, huur, personeelskosten, belasting, gereedschap en het jaarlijkse bedrijfsuitje. „We draaien ongeveer quitte”, aldus Beckers.
Een speciale categorie zijn de kinderfietsen. „Als we die opknapten en in de etalage zetten, was er geen kind dat ze kocht. Daarom leveren we die alleen nog op bestelling. We laten een kind zelf de fiets uitzoeken. Kinderen zijn superkritisch. De kleur, het model en natuurlijk de grootte. Pas als er gekozen is en met de ouders afspraken zijn gemaakt over de betaling, gaan we aan de slag. Nu verkopen we opeens wél kinderfietsen.”
zomerserie Tweede leven
Spullen die stuk zijn of versleten worden maar al te vaak weggegooid. Dit is het vijfde deel van een serie artikelen die laten zien dat het ook anders kan.