„We werden niet met bloemen begroet”
Elke week komt een groep invloedrijke conservatieven in het centrum van Washington bij elkaar voor een besloten bijeenkomst. Daar krijgen ze dan een politieke peptalk van een medewerker uit de regering of het campagneteam van George Bush. Wat ze vorige week echter niet verwachtten, was vernietigende kritiek over de manier waarop president Bush de oorlog in Irak aanpakt.
Toch luisterden zo’n 150 conservatieven vorige week in stilte toen een oudgediende uit de regeringen van Richard Nixon, Gerald Ford en Ronald Reagan een lijst van misstappen in Irak langsliep. „Het gaat slecht met deze oorlog”, zei Stefan Halper, onderminister van Buitenlandse Zaken in de regering van Reagan. „Hij kost ons handenvol geld en isoleert ons van onze bondgenoten en vrienden. Dit is niet het fluitje van een cent dat de neoconservatieven ons voorspiegelden. We werden in de straten van Bagdad niet met bloemen begroet.”
De conservatieven vormen het fundament van de politieke achterban van Bush. Ze maken zich echter steeds meer zorgen over het aanhoudende geweld door opstandelingen in het naoorlogse Irak. Het schandaal rond de mishandelingen in de Abu Ghraib-gevangenis vergrootte die bezorgdheid, die niet minder werd na de overdracht van soevereiniteit aan een Iraakse interim-regering.
De spreker die door de Amerikaanse regering werd afgevaardigd, was Eric Ciliberti, een medewerker die dit jaar een aantal weken in Irak doorbracht en het publiek vertelde over de enorme vooruitgang die er geboekt wordt. Hij klaagde erover dat de pers niet genoeg melding maakt van de positieve ontwikkelingen in het land.
Halper zei dat hij na afloop van zijn kritische toespraak veel steunbetuigingen kreeg op de bijeenkomst. Het voorval illustreert de spanningen die ook in de overheidsgebouwen in Washington toenemen. Conservatieve leden van de Senaatscommissie voor de strijdkrachten en buitenlandse betrekkingen hebben de regering om opheldering gevraagd over gevechtsoperaties, zich oneens verklaard met het Pentagon over het benodigde aantal troepen en hun frustratie laten blijken over een regering die volgens hen uit minachting informatie achterhoudt.
De formule van politiek strateeg Karl Rove om de president een tweede ambtstermijn te bezorgen, bestaat er hoofdzakelijk uit dat de conservatieve achterban van Bush massaal naar de stembus moet gelokt worden. Dat moet volstaan voor een herverkiezing.
Een deel van de Republikeinen vreest echter dat veel boze conservatieven in november thuisblijven en zo de herverkiezing van Bush in gevaar brengen. Anderen doen de onrust af als gekibbel tussen rivaliserende partijideologen in Washington. Uit peilingen blijkt immers dat de conservatieve kiezers in heel het land nog steeds achter Bush staan. Van de conservatieve Republikeinen koos 97 procent vorige maand voor Bush, 3 procent voor Kerry.
Toch heerst er ingehouden woede onder veel conservatieven. „Ik ben zeer teleurgesteld over wat Bush deed met deze oorlog. Het is een karikatuur”, zegt de 69-jarige Tom Hutchinson, een gepensioneerde ondernemer en hoogleraar. Hij denkt eraan om voor het eerst sinds 1956 weg te blijven uit het stemhokje.
Ook de 59-jarige Jack Walters heeft nog niet beslist of en voor wie hij gaat stemmen. „Omdat ik Vietnam heb meegemaakt, dacht ik: Nee, nooit meer. Maar hier komt het gedoe alweer en ik ben oud en wijs genoeg om de flauwe argumenten om Irak aan te vallen, te herkennen. Het is om misselijk van te worden.”