John Piper morrelt aan klassiek lied. Mag dat?
De Amerikaanse gereformeerde predikant John Piper paste met twee zelfgeschreven strofen een methodistische klassieker aan. Dat roept de vraag op: moeten kerkliederen de theologische oriëntatie van hun auteurs behouden?
Tijdens een onlangs gehouden vrouwenconferentie van The Gospel Coalition in de Verenigde Staten selecteerde het aanbiddingsteam het lied ”Great is Thy Faithfulness” (in Nederland bekend als ”Groot is Uw trouw, o Heer”) om daarmee een meditatie van Piper te besluiten. Volgens een vorige week verschenen artikel in het evangelicale magazine Christianity Today vond de predikant de inhoud van het lied niet bij zijn preek passen. Hij besloot twee nieuwe verzen te schrijven.
Piper staat bekend vanwege zijn calvinistische opvattingen. De auteur van dit beroemde kerklied echter, Thomas Chisholm, was een methodist, wat betekent dat hij „hoogstwaarschijnlijk wesleyaans-arminiaanse opvattingen had, net zoals John en Charles Wesley. Hoewel een derde mede-oprichter, George Whitefield, een calvinistische minderheid binnen de beweging leidde.”
Christianity Today laat verschillende hymnologen aan het woord over de kwestie en citeert om te beginnen John Wesley zelf, uit het voorwoord van zijn ”Collection of Hymns” dat in 1780 verscheen. Wesley schreef onder meer: „Vele heren hebben mijn broer en mij (hoewel zonder onze namen te noemen) vereerd door veel van onze hymnes te herdrukken. Nu zijn ze van harte welkom om zo te doen, als ze worden afgedrukt zoals ze zijn.”
Swee Hong Lim stelt dat de hymnes van John en Charles Wesley bij de methodistische traditie horen, zoals de Institutie van Calvijn bij de gereformeerden en het Book of Common Prayer bij de anglicanen. Hymnes zijn volgens hem niet theologisch neutraal, zeker niet voor het methodisme.
Constance M. Cherry noemt een hymne een kunstwerk waaraan niet zomaar gesleuteld mag worden, zeker als de auteur niet met de wijzigingen kan instemmen. Ze stelt een aantal criteria voor, zoals: Zijn de toevoegingen in lijn met de boodschap van het lied? Heeft het lied de toevoegingen echt nodig om zijn missie te vervullen? En: Zijn de wijzigingen trouw aan het theologische perspectief van de oorspronkelijke auteur?
Sleutelen
Volgens David Taylor is het sleutelen aan bestaande teksten vaker gedaan in de geschiedenis. Whitefield veranderde Charles Wesleys ”Hark, the Herald Angels Sing” en maakte dat „iets minder wesleyaans.”
Russell Yee noemt het werk van tekstschrijvers een geschenk voor de kerk, mits gewetensvol uitgevoerd en mits de oorspronkelijke lieddichter recht wordt gedaan.
