Klein Begijnhof Gent in ere hersteld
De restauratie van het Klein Begijnhof in het Belgische Gent vordert gestaag. Van de in totaal 100 zeventiende-eeuwse gebouwen zijn er inmiddels 74 gerestaureerd.
Wie vanaf de drukke Lange Violettestraat in Gent de poort doorgaat naar het Klein Begijnhof waant zich in een andere wereld. Het is er stil en intiem, het lawaai van het restauratiewerk buiten beschouwing gelaten. Het begijnhof, met precies 100 gebouwen op een oppervlakte van 4 hectare in een omsloten ruimte, is het best bewaarde, authentieke begijnhof van België.
Vrijgezelle vrouwen
Ooit, in de zeventiende eeuw, woonden hier 330 begijnen – weliswaar veel minder dan de ruim 1000 begijnen die het Groot Begijnhof in Gent telde, maar dat bestaat niet meer. Het Klein Begijnhof is onderdeel van de werelderfgoedinschrijving Vlaamse begijnhoven, waarbij in totaal dertien begijnhoven zijn ingeschreven.
Begijnen waren rooms-katholieke vrouwen die hun leven aan God wijdden zonder zich uit het maatschappelijke leven terug te trekken. Ze stichtten vanaf de dertiende eeuw ommuurde woongebieden, begijnhoven. Hun positie was anders dan die van nonnen, die drie geloften aflegden: kuisheid, gehoorzaamheid en armoede. Begijnen legden die laatste gelofte niet af. Ze bezaten dikwijls een eigen huis en hadden gewoon eigen bezittingen.
Nu wonen er geen begijnen meer. De laatste die nog in het begijnhof woonde, was Hermina Hoogewijs. Zij overleed in 2005. In het Groothuis hangt een schilderij van haar. Johan Hoste, conciërge van het begijnhof, opent de deur van het Groothuis, zodat we haar portret kunnen zien in de vroegere werkkamer van de grootmeesteres. De in het zwart geklede vrouw heeft een tasje in de handen en lacht vriendelijk.
Er zijn nog meer portretten te zien, voornamelijk van de grootmeesteressen. De meesten kijken wat minder vriendelijk. „Dat is niet zo vreemd”, zegt historicus dr. Johan Decavele. „Ze waren zakelijk ingesteld. Dat was nodig omdat ze aan een grote organisatie leiding moesten geven. Een grootjuffrouw kwam meestal uit de gegoede stand en regeerde over het begijnhof als een absolute vorstin die strikt toezag op het navolgen van de Regel, die ging over het werken en kerken.”
Decavele is de auteur van een vorig jaar verschenen boek over het Klein Begijnhof, ”Onze-Lieve-Vrouw ter Hoyen in Gent – Zevenhonderdvijftig jaar begijnenbeweging”. De voorkant van de uitgave wordt gesierd door stemmig geklede begijnen die naar de kerk wandelen. Die foto is lang geleden gemaakt, maar de kerk bestaat nog.
Je kunt het gebouw niet mislopen. Het staat midden op het terrein van het begijnhof. Het ontgaat je ook niet dat de buitenkant nog niet is gerestaureerd. Het interieur ziet er keurig uit: kruiswegstaties, een Christusbeeld en altaren. De knielbankjes staan bij de deur en doen geen dienst meer.
„De kerk is nog in gebruik”, vertelt conciërge Hoste, „als een van de stadskerken.” Hij schat dat er ’s zondags zo’n vijftig kerkgangers komen. „Er komen nog twee mensen van het hele begijnhof.”
Sint-Godelieve
Opvallender is het beeld van Sint-Godelieve in de kapel. Het heiligenbeeld hangt prominent aan een witte wand, met de armen wijd uitgespreid. Blijkbaar werd niet Maria maar Sint-Godelieve hier hoog vereerd. Die tijd is voorbij.
De gerestaureerde huizen en conventen (waar een aantal begijnen samenwoonde) zijn mooi geworden, zeker de combinatie van witte muur, donkere dakpannen, witte kozijnen en ossenbloedrode stenen: zo weggelopen uit een geschiedenisboek. Bij de poortjes in de muur, die toegang geven tot de huizen, staan namen op bordjes, zoals: ”Huis van den Hge Augustinus”, ”Huis St. Antonius” of ”Convent ter Liefde O.L.V. van het heilig hart”.
Het Klein Begijnhof telt op dit moment ruim 200 bewoners. Een aantal van de woningen is in het kader van de sociale woningbouw verhuurd, andere zijn uitgegeven in langdurige erfpacht. Ze zijn niet goedkoop. Voor een goede woning moet algauw meer dan 500.000 euro neergeteld worden.
De restauratie vindt plaats in tien fasen. Op dit moment is de vijfde fase bezig. Er moeten nog 21 huizen, 4 conventen en 1 kerk worden aangepakt. Niemand weet hoelang het precies gaat duren en of er geld beschikbaar is om het af te maken. „Ik heb er alle vertrouwen in dat die restauratie er komt”, zegt Decavele. „De stad Gent is zuinig op zijn erfgoed.”