Van Haga wil de berichten, die HP/De Tijd als eerste naar buiten bracht, niet beamen. De VVD stelt dat een spreekverbod niet aan de orde is. De grootste regeringspartij verwijst naar de officiële reactie van Van Haga. Die luidt dat hij in overleg met de fractie „zelf het besluit genomen” heeft „om op dit moment geen interview te geven”.

Maar bronnen met kennis van zaken melden dat het Kamerlid zich gemuilkorfd voelt. De fractieleiding zou hem niet alleen hebben verboden met de pers te praten, maar ook afschepen met taken die weinig om het lijf hebben.

Bovendien zou de fractie Van Haga onder druk hebben gezet om te komen stemmen terwijl hij bij zijn ernstig zieke vrouw wilde zijn. De VVD ontkent dat en stelt dat het bij de partij altijd ‘family first’ is. Van Haga zelf zegt desgevraagd dat hij „hierover niemand enig verwijt” maakt, „behalve mijzelf”.

Klachten over Van Haga’s optreden als huisbaas waren vorig jaar reden voor de VVD om zich over zijn handelen te buigen. De partijtop oordeelde uiteindelijk dat de Haarlemse ondernemer kon aanblijven als Kamerlid als hij zich niet meer met zijn zakelijke belangen zou bemoeien.

Naar dat oordeel werd gespannen uitgekeken, omdat de Kamermeerderheid van de regeringscoalitie in het geding was. Zou het tot een breuk komen tussen Van Haga en zijn partij en stapt hij uit de VVD-fractie, dan gaat die meerderheid verloren.