De vereniging wil onderzocht zien of minister van justitie Donner, het college van procureurs–generaal en de Amsterdamse hoofdofficier van justitie De Wit vantevoren op de hoogte zijn geweest van de uitspraken. Als dat zo is, zo schrijven vier bestuursleden van de NVSa vrijdag in een ingezonden stuk in NRC Handelsblad, dan zijn genoemde functionarissen medeverantwoordelijk.

De NVSa noemen het verbijsterend dat Plooy heeft onthuld dat zijn tipgever een advocaat is geweest. „Alleen een persoonlijk belang kan Plooy tot deze uitspraken hebben gebracht, als hij heeft bedoeld te onderstrepen dat de bedreiging toch echt serieus moet worden genomen omdat de informatie daarover van een advocaat afkomstig is", schrijft het bestuur.

De NVSa wijst erop dat Plooy zijn tipgever in gevaar heeft gebracht. En niet alleen hem – in het geruchtencircuit kunnen gemakkelijk allerlei namen vallen, waardoor ook andere advocaten zich zorgen kunnen maken.

De raadsman in kwestie benaderde Plooy vorig jaar augustus met de mededeling dat hij had vernomen dat er een groep Albanese huurmoordenaars op weg was om de officier te liquideren. Plooy en zijn superieuren namen dit zeer serieus. De officier dook onder en kreeg persoonsbewaking.

Een groep van dertig strafpleiters heeft zich bij het betoog van de NVSa aangesloten. Onder hen bevinden zich bekende namen als Anker, Böhler, Ficq en Spong. Zij vragen het Openbaar Ministerie een onderzoek in te stellen naar schending van het ambtsgeheim door Plooy. De uitlatingen van Plooy zijn mogelijk strafbaar, op basis van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht (opzettelijke schending van het ambtsgeheim, maximaal een jaar gevangenisstraf of een geldboete), menen de advocaten.

Bij het Openbaar Ministerie in Amsterdam was vrijdag niemand bereikbaar voor commentaar.