Hittegolf door klimaatverandering, of toch niet?
Griekenland en Zweden vragen de internationale gemeenschap om hulp bij het blussen van bosbranden. Japan telt al meer dan zestig hitteslachtoffers. In het Algerijnse Ouargla lopen de temperaturen op tot maar liefst 51,3 graden Celsius. Het noordelijk halfrond kampt met ongewoon stabiel, droog en warm zomerweer.
Het lijstje extremiteiten is moeiteloos uit te breiden. Zo is in Engeland het dak van het Glasgow’s Science Centre gesmolten door de zinderende hitte. Het Canadese Toronto kampt al weken met temperaturen van boven de 30 graden. In Californië (VS) valt de stroom geregeld uit door de vele draaiende airco’s. In Nederland is na drie dagen van meer dan dertig graden de hittegolf een feit.
Is dit klimaatverandering in actie?
Dat is zeer de vraag. Het wereldwijde weersysteem is te complex om daarop met een simpel ja of nee te antwoorden. Het KNMI schrijft de huidige droogte niet een-op-een toe aan klimaatverandering. „Dat het nu zo droog is, is gewoon toeval”, stelde Geert Jan van Oldenborgh, klimaatdeskundige van het KNMI, woensdag op de NOS. De huidige droogte wordt veroorzaakt door (te) weinig regen in combinatie met warmte en veel zon. Het water dat er is, verdampt daardoor sneller.
Dann Mitchell van Bristol University kan zich nauwelijks voorstellen dat klimaatverandering geen rol speelt bij het ontstaan van de extreme hitte in veel landen, zei hij maandag in dagblad The Guardian. „Maar we moeten oppassen om de rol van klimaatverandering hierin te overschatten. Ook andere factoren spelen zeker een rol.”
Welke factoren bedoelt Mitchell?
Een belangrijke is de straalstroom, een sterke wind op 10 kilometer hoogte die normaal gesproken waait van west naar oost. Deze jetstream heeft een sterke invloed op het weer. Waait de straalstroom krachtig, dan verloopt het weer stormachtig. Is hij zwak, dan verlopen de dagen rustig, met overwegend stabiel weer. Dat is precies vandaag de dag het geval. Het gevolg is dat hogedrukgebieden standvastig blijven waar ze liggen.
Ook de zogeheten ”Atlantische multidecadale oscillatie” (AMO) speelt een rol. Dit is een temperatuurcyclus van het oppervlaktewater van de noordelijke Atlantische Oceaan. De temperatuur van het Noord-Atlantische oppervlaktewater is momenteel hoog, net als in 1976, toen het ook zo droog en warm was.
Maar er is een belangrijk verschil”, merkt Tim Osborn, hoogleraar aan de University of East Anglia, op in The Guardian. „Sinds 1976 hebben we decennia van wereldwijde opwarming achter de rug, waardoor de gemiddelde uitgangstemperatuur wereldwijd fors hoger ligt.” Daardoor is ook het effect van een zwakke straalstroom groter dan veertig jaar geleden.
De hittegolven in Nederland zijn door de klimaatverandering volgens KNMI 3 graden warmer dan in 1976. Ook komen ze vaker voor, aldus Van Oldenborgh op de NOS.
Zal zulk warm, droog weer vaker gaan voorkomen?
Klimaatwetenschappers waarschuwen ervoor dat, wanneer de CO2-concentratie in de atmosfeer blijft stijgen, hittegolven vaker zullen voorkomen en dat de gevolgen ernstiger zullen zijn. „In de toekomst gaat het alleen maar warmer worden, dan zullen we dit een koele zomer noemen”, waarschuwde Van Oldenborgh.
Wat betekent dat voor Nederland?
In Nederland is het momenteel droger dan in 2003. Daarvoor waren echter nog vijf veel drogere jaren: 1911, 1921, 1947, 1959 en 1976. In de reeks is geen trend aanwijsbaar en evenmin de invloed van klimaatverandering.
Het KNMI houdt in een van zijn klimaatscenario’s rekening met meer hogedrukgebieden en oostenwind in de zomer. In dat geval is de hoeveelheid zomerse neerslag per bui rond 2050 toegenomen met 7 tot 25 procent ten opzichte van de periode 1981-2010. Tegelijk neemt het aantal natte dagen af met 6 tot 10 procent, en stijgt de verdamping met 2 procent per graad. Een warmer Nederland krijgt dus te maken met meer plensbuien én meer droogte, hoe tegenstrijdig dat ook lijkt.