Zoete overdenking
Psalm 104:34
„Mijn overdenking van Hem zal zoet zijn; ik zal mij in de Heere verblijden.”
Dit was de genadige ervaring en de taal van een door de Heilige Geest geleerde dichter in Israël, toen hij door het geloof gezegend was met een gezicht op Gods genade en heerlijkheid. Jezus is hun die geloven dierbaar. Hij is de voornaamste onder tienduizend. Hij is de begeerlijkste voor allen van wie de ogen geestelijk geopend zijn geworden om de Koning in Zijn schoonheid te zien. Onze overdenking van Hem zal ook zoet zijn wanneer ons dezelfde ontdekking van Zijn schoonheid en zaligheid vergund wordt en wij door dezelfde zalige Geest in heilige overpeinzingen geleid worden. De Heere heeft in Zijn oneindige barmhartigheid en goedertierenheid Zijn gelovig volk middelen gegeven tot het vernieuwen van hun kracht, het verfrissen van hun geest, het voeden van hun ziel, het vertroosten van hun hart en het onderrichten van hun verstand, terwijl zij door deze dorre, huilende woestijn reizen. Dit zijn „de fonteinen in het dal Baka”, het dal van de moerbeibomen, de putten waaruit de pelgrims drinken wanneer de regen van de hemel die vervult (Psalm 84:6). Zo wordt het horen van het gepredikte Evangelie ervaren, het onderzoeken der Heilige Schrift, het gebed in het eenzame, in het huisgezin en in de vergadering der heiligen. Zo is het ook met het onderhouden van de verordeningen van God, de christelijke gemeenschap en de eenzame overpeinzing van de heilige waarheden die in Gods Woord geopenbaard zijn.
J. C. Philpot, predikant te Stamford (”Jezus als de grote Hogepriester van het huis Gods”, 1862)
Joseph Charles Philpot (1802-1869) was een Engelse baptistenvoorganger. Aanvankelijk was Philpot predikant in de Anglicaanse Kerk, maar hij verliet deze in 1835. Hij werd al snel een van de leidende figuren binnen de Strict Baptists en redacteur van het kerkblad The Gospel Standard.