Opinie

Indonesië niet langer glimlachende gezicht van islam

De democratie in Indonesië staat steeds meer onder druk, de radicalisering neemt toe. Sociale media spelen een kwalijke rol bij deze radicalisering van jonge moslims, stelt Tim Lindsey.

Tim Lindsey
23 July 2018 13:51Gewijzigd op 16 November 2020 13:48
De Indonesische president Widodo tijdens een persconferentie in mei na een serie bomaanslagen op christelijke kerken. Beeld AFP, Rusman Jhony
De Indonesische president Widodo tijdens een persconferentie in mei na een serie bomaanslagen op christelijke kerken. Beeld AFP, Rusman Jhony

De laatste twintig jaar was Indonesië voor velen het voorbeeld van een islamitisch land dat de democratie omarmde. De Indonesische leiders benadrukken graag dat hun land zich afkeert van dictatorschap en een tolerante regeringsvorm met ruimte voor religies omarmt. Daardoor vormen ze een politiek alternatief dat het Westen beter ligt dan de extremistische rampen die het Midden-Oosten hebben overspoeld.

Dit beeld van Indonesië staat echter steeds meer onder druk. Liberalisme en tolerantie liggen er onder vuur. Het land met meer dan 260 miljoen inwoners –van wie 85 procent moslim– wordt vaak het ”glimlachend gezicht van de islam” genoemd. Dat etiket lijkt nu gedateerd. De toename van uitbarstingen van intolerantie, inclusief geweld tegen kwetsbare minderheden, wijzen in deze richting.

In 1998 en de tijd daarna vonden er na het gedwongen aftreden van president Suharto democratische hervormingen plaats, de zogeheten ”Reformasi”. Er waren echter altijd tegenstanders. Conservatieve moslims, steenrijke oligarchen, rijk geworden gedurende het regime van Suharto, en delen van het leger hebben de Reformasi nooit gesteund. Die verdeelde krachten hebben weinig gemeen en zijn elkaars concurrenten. Toch vormen ze zo nu en dan ook allianties, met als doel minstens een deel van de democratische verworvenheden van de Reformasi, de hervormingsperiode, terug te draaien.

Samen zijn ze in staat om progressieve leiders te intimideren of buitenspel te zetten. Overheden, zowel nationaal als lokaal, weten hier niet goed mee om te gaan en twijfelen tussen gelatenheid, onduidelijkheid of het steunen van reactionair beleid. Het gevolg is dat er na twintig jaar nog weinig over is van de hervormingsgeest.

Onzekerheid

Bij de Indonesiërs heerst onzekerheid over waar het met hun land naartoe gaat. Veel prominente critici van de regering zijn van mening dat, hoewel de electorale democratie veilig lijkt, de liberale democratie bedreigd wordt door populisme, islamisme en een hernieuwd conservatisme. Daarnaast is de alomtegenwoordige corruptie een gevoelig thema in de Indonesische politiek. De moedige Corruption Eradication Commission ligt voortdurend onder vuur van politici en politie. Ook de mensenrechtenhoven functioneren nauwelijks meer. De Nationale Commissie voor de Mensenrechten is ineffectief, het grondwettelijk hof kreeg te maken met eigen corruptieschandalen en de pers kampt met steeds strengere wetten.

Onder jonge moslims groeit de religieuze intolerantie. Onderzoek van de Islamitische Staatsuniversiteit van Jakarta verbindt deze toenemende religieuze intolerantie met hun gebruik van internet en sociale media. Inwoners van Jakarta twitteren meer dan welke stad ter wereld ook en de Indonesiërs zijn enthousiaste gebruikers van Facebook, WhatsApp, Instagram en Telegram, een versleutelde berichtendienst.

Diverse islamitische organisaties zijn zeer actief in het online campagne voeren. Een ervan is het zogenaamde Moslim Cyberleger. Leden hiervan zijn actief op allerlei platformen en houden ervan een sfeer van mysterie en bedreiging te creëren.

Twitter

De Indonesische onderzoeker Damar Juniarto heeft aangetoond dat het Moslim Cyberleger erg efficiënt is. Het overspoelt Twitter met berichten om de publieke opinie te beïnvloeden. Ook publiceren leden van het leger persoonlijke informatie van hun tegenstanders. Dat leidt vaak binnen enkele dagen na publicatie tot gewelddadige aanvallen door groepen zoals Islam Defenders Front en Front Pembela Islam (FPI). Soms leidden hun acties zelfs tot politieoptredens tegen hun doelwitten wegens verdenking van godslastering.

Deze groepen richten hun pijlen op president Joko Widodo, voormalig gouverneur van Jakarta Basuki Tjahaja Purnama (beter bekend als Ahok), christelijke minderheden, buitenlanders en lhbti-Indonesiërs. Juniarto vermoedt ook dat veel van die groepen nauwe banden hebben met politici en hooggeplaatste militairen.

Mediamanipulatie en nepnieuws, verspreid door islamitische groepen, vormden belangrijke elementen in de campagne tegen de christen Ahok vorig jaar in de gouverneursverkiezingen. Hij verloor die uiteindelijk. De winnaar was Anies Baswedan, een beschermeling van oud-generaal Prabowo Subianto, die op zijn beurt steun ontvangt van conservatief islamitische partijen. Laatstgenoemde wordt mogelijk een rivaal van president Jokowi bij de presidentsverkiezingen volgend jaar, net als bij de presidentsverkiezingen in 2014. Toen verloor hij die nipt van Widodo.

Het zou naïef zijn te denken dat het verspreiden van nepnieuws niet opnieuw zal gebeuren in de parlements- en presidentsverkiezingen in april volgend jaar. Tijdens de presidentscampagne van 2014 lag de moslim Widodo al onder druk omdat hij in het geheim christen zou zijn en etnisch Chinees. De naderende presidentsverkiezingen, die opnieuw een strijd tussen Jokowi en Prabowo kunnen worden maar dit keer samenvallen met de parlementsverkiezingen, zullen naar alle waarschijnlijkheid gepaard gaan met de meest intense cybercampagne tot nog toe.

De auteur is politicoloog aan de University of Melbourne. Bron: ips.be.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer