Na 75 jaar voor het eerst op de plek waar haar broer werd doodgeschoten
Ze noemen haar Kieks en ze is al 103 jaar oud. Vrijdag bezocht ze nabij Kamp Amersfoort voor het eerst de plek waar haar broer precies 75 jaar geleden werd doodgeschoten.
De dood van haar broer –op 20 juli 1943– herinnert Josephina (”Kieks”) van der Borch van Verwolde zich als de dag van gisteren. Terwijl ze zelf in Zwitserland muziek studeerde, verzamelde haar broer Emile in Amsterdam gegevens over troepenbewegingen en luchtafweergeschut van de Duitse bezetter. Hij behoorde tot de Inlichtingendienst, een verzetsgroep die Londen van nuttige informatie voorzag.
Emile –uit Laren in de Achterhoek– en zijn maten werden verraden en door de bezetter ter dood veroordeeld. Het vonnis werd uitgesproken op zijn verjaardag, 17 mei.
Twee maanden later, op 20 juli om 14.00 uur, werd de 33-jarige mr. Willem Hendrik Emile baron van der Borch van Verwolde met negentien anderen bij Kamp Amersfoort doodgeschoten. Tot de slachtoffers behoorden vijf studenten uit Delft en vijf jongemannen uit Zeeland. Hun lichamen werden na de oorlog gevonden in een kuil op de Leusderheide.
Op dezelfde datum, op hetzelfde tijdstip en op dezelfde plek –bij het geruimde massagraf 23– hield Kamp Amersfoort vrijdagmiddag een herdenking voor de twintig mannen. Daartoe spoorden vrijwilligers familieleden van de oorlogsslachtoffers op. De herdenking was mogelijk doordat het ministerie van Defensie het niet voor publiek toegankelijke gebied vrijdagmiddag openstelde voor nabestaanden. Het was voor het eerst dat familieleden de fusilladeplek konden bezoeken.
Meer dan honderd nabestaanden hadden zich voor de herdenking aangemeld. Een neef van Willem Kooijmans uit Amsterdam kwam er zelfs speciaal voor over uit Australië. De vader van Kooijmans liet de NSB-vlag wapperen aan hun huis, terwijl zoonlief, die in hetzelfde huis woonde, heimelijk verzetswerk verrichtte. Pas toen Willem werd doodgeschoten, zegde zijn vader zijn NSB-lidmaatschap op.
Kamp Amersfoort herdacht vrijdag ook de zes verzetsmensen die een week eerder dan de twintig mannen, op 14 juli 1943, op de Leusderheide werden doodgeschoten. Het zestal behoorde tot de Volksmilitie, een paramilitaire verzetsgroep, en was actief in Rotterdam.
Tijdens de herdenking sprak onder meer de Middelburgse loco-burgemeester C. Lodder.