Gods heiligheid
1 Samuël 2:2a
„Er is niemand heilig, gelijk de Heere, want er is niemand dan Gij.”
God wordt heilig genoemd. Uit het woord heilig is een bijzondere les af te leiden. Wanneer wij de kracht van God verduisteren, ontheiligen wij Zijn heiligheid. Want het is een ontheiliging wanneer wij God van Zijn gezag beroven. Het zou beter zijn dat de gehele wereld onderging, dan dat God zó bespot zou worden. En toch, hoever zijn wij daarvan af? Want als God Zich aan ons openbaart en wij Hem niet erkennen zoals Hij is; wanneer Hij ons geloof en onze gehoorzaamheid op de proef stelt en wij ons vertrouwen niet op Hem stellen; wanneer we in moeilijkheden de toevlucht niet tot Hem nemen door gebeden; wanneer wij vervolgens door Hem gekastijd, ons aan Hem niet onderwerpen; wordt dan soms niet terecht gezegd dat wij Zijn majesteit ontheiligen? Dat geldt nog veel meer wanneer wij doorgaan met godslasterlijke taal uit te slaan en beweren dat God tevergeefs aangeroepen wordt en dat mensen tevergeefs hun hoop op Hem stellen. Kortom, zie in op welke wijze ellendige stervelingen schuldig worden aan ontheiliging en bezoedeling van de goddelijke Majesteit, wanneer zij God niet de eer geven die de Drie-enige vereist.
Johannes Calvijn, predikant te Genève
(”Preken over 1 Samuël”)