De twaalf worden beschuldigd van het hacken van het bestuur van de Democratische Partij en de campagne van Hillary Clinton. Ze maakten onder meer gebruikersnamen en wachtenwoorden buit, waaronder de inloggegevens van campagneleider John Podesta.

Onderminister Rod Rosenstein (Justitie) zei dat twee verschillende eenheden van de GROe e-mails en andere informatie hebben gestolen van de Democraten. De verdachten zouden gestolen informatie hebben verspreid via het internet om zo de verkiezingen te beïnvloeden. Ze gebruikten daarvoor de schuilnamen DCLeaks en Guccifer 2.0.

De aanklacht vloeit voort uit het onderzoek van speciaal aanklager Robert Mueller, die is belast met het onderzoek naar Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Er worden geen Amerikanen beschuldigd van betrokkenheid bij de activiteiten van de Russen.

President Donald Trump wist dat de aanklacht eraan zat te komen, zei onderminister Rosenstein. „Ik heb president Trump eerder deze week op de hoogte gesteld van de beschuldigingen.” Trump heeft over drie dagen in Helsinki een ontmoeting met de Russische president Vladimir Poetin. Het Kremlin heeft altijd ontkend dat het probeerde de verkiezingen te beïnvloeden ten gunste van Trump.

Het Kremlin verklaarde in een reactie zich niet met inmenging in de Amerikaanse verkiezingen te hebben beziggehouden en dat ook niet van plan te zijn. „Als de Amerikanen feiten hebben, zullen wij die bekijken”, aldus de buitenlandadviseur van president Vladimir Poetin.

Intussen eisen Democraten in de VS dat Trump zijn komende ontmoeting met Poetin afzegt. Rusland moet „aanwijsbare en transparante stappen” nemen om te bewijzen dat het zich niet in toekomstige verkiezingen mengt, aldus chef van de Democraten in de Senaat Chuck Schumer.