Opinie

Privacywetgeving staat evangeliseren niet in de weg

Als de bekende Schotse predikant Robert Murray M’Cheyne in Dundee huisbezoeken aflegde, ging hij letterlijk van deur tot deur. Hij bezocht minstens tien gezinnen per dag, hield nauwkeurig bij waar hij kwam en tekende dat in op een plattegrond.

Hoofdredactie
13 July 2018 11:51Gewijzigd op 16 November 2020 13:45
beeld Hollandse Hoogte
beeld Hollandse Hoogte

M’Cheyne zou vandaag de dag ongetwijfeld in aanvaring komen met wetgeving die de privacy beschermt. Dat blijkt uit de uitspraak van het Europees Hof van Justitie, dinsdag, over Jehova’s Getuigen. Deze religieuze organisatie kreeg in 2013 in Finland een verbod opgelegd om aantekeningen te maken en te bewaren van de huizen waar ze bezoeken hadden afgelegd.

Voor Jehova’s Getuigen is dit zogenaamde prediken een belangrijke opdracht. Ze zeggen daarin de discipelen na te volgen die door Jezus uitgezonden werden en van huis tot huis de boodschap van Gods Koninkrijk verkondigden. Volgens het genootschap verzamelen ze alleen gegevens die noodzakelijk zijn voor het doel van de eigen organisatie en worden die niet langer bewaard dan noodzakelijk is. De Jehova’s Getuigen verweerden zich in Finland met het argument dat het gaat om persoonlijke aantekeningen, waarvoor de privacywetgeving een uitzondering maakt. Het Europese hof ging daar niet in mee en beschouwt het evangeliseren als een taak van de organisatie. Die wijst gebieden aan waar de leden gaan evangeliseren, houdt bij wat zij gedaan hebben en hoeveel literatuur er is verspreid. De verzamelde notities vallen dan wel degelijk onder de beschermende werking van de wet.

Dat nu, na Facebook en Google, ook de Jehova’s Getuigen in de verdachtenbank zitten, laat zien dat de privacywetgeving ook diep ingrijpt in de werkwijze van kerken. Jehova’s Getuigen roepen in christelijke kring vaak weerstand op. Dat is terecht als het gaat om de verkondigde boodschap en de achterliggende doelstelling, maar niet waar het de werkwijze betreft.

Ook reformatorische christenen kunnen daar wat van leren. De velden zijn wit om te oogsten. De Bijbel heeft voor de meeste Nederlanders niet meer autoriteit dan een sprookjesboek. „De akker is de wereld”, sprak Jezus. Die opdracht raakt niet alleen evangelisatieposten in grote steden, maar ook kerkenraden op de Veluwe. De reformator Bucer vond het de taak van alle predikanten „van huis tot huis bij iedereen de leer van Christus uit te delen en aan te dringen.”

M’Cheyne bezocht ook mensen die onkerkelijk waren of een andere godsdienst hadden. In zijn notities ging hij erg ver: hij hield niet alleen bij waarover hij mediteerde en welke uitwerking dat had op de hoorders, maar noteerde ook dat de buren aanwezig waren, dat zingende kanaries het gesprek verstoorden en dat er iemand dronken was. Zover hoeven predikanten, kerkenraden en gemeenteleden niet te gaan, maar zij moeten zich door deze uitspraak niet laten afschrikken om van deur tot deur te gaan. Nu moeten ze toestemming vragen om notities te maken, maar dat laat tegelijkertijd zien hoe serieus ze hun taak nemen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer