Column: Convenio
Gebroederlijk staan ze naast elkaar, de concurrenten Lidl en Jumbo in onze Goudse woonwijk. Lidl trekt ons met de slogan: ”De beste kwaliteit voor de laagste prijs”. Jumbo met: ”Elke dag euro’s goedkoper”. Pak je het als klant slim aan, dan vul je bij beide supermarkten je wagen met de beste koopjes. Je kunt het ook anders doen. Beide winkels hebben steeds meer duurzame producten, van biologische groenten uit Nederland tot fairtraderijst en specerijen uit verre oorden. Ook zo krijg je de winkelwagen vol. De vraag naar verantwoorde producten groeit en is in 2016 met een kwart gestegen ten opzichte van 2015. Maar volgens de laatste Monitor Duurzaam Voedsel staat het aandeel duurzaam voedsel in de totale aankopen nog maar op 10 procent.
Wat dit betekent? Stel dat ik een blinde greep doe in de schappen, dan is de kans overgroot dat ik een product pak dat niet 100 procent verantwoord is. Als het uit het buitenland komt, kan het zomaar zijn dat bij de productie een loopje genomen is met milieunormen. Dat de boer geen eerlijke prijs kreeg voor zijn oogst. Dat de arbeider geen fatsoenlijk loon kreeg of te lange dagen moest maken. Of dat die arbeider nog maar een kind was. Verantwoord produceren is nog lang niet het nieuwe normaal.
Anderhalve week geleden beluisterde ik een Kamerdebat over ontwikkelingssamenwerking. De PVV-vertegenwoordiger spuide zijn gram over hulp aan arme mensen. Wat hij vond van Nederlandse bedrijven die zich over de grens misdragen? Daar had hij als politicus geen mening over. Elke consument moet op basis van eigen morele overtuigingen kopen wat hij goed vindt. De overheid heeft daarin geen rol te vervullen.
In hetzelfde debat verwoordde een GroenLinks-Kamerlid een tegenovergestelde mening. Ze legde de vinger bij wanpraktijken waaraan Nederlandse bedrijven zich (mede)schuldig zouden maken. Er moet zo snel mogelijk wetgeving komen om ze te dwingen tot verantwoord produceren. Wie heeft gelijk? PVV? GroenLinks? Komt verandering van de bewuste consument die in vrijheid eigen keuzes maakt? Of van de overheid die regulerend optreedt?
Een dag later was ik in de loods van Santas Koffie aan de Rotterdamse Lekhaven getuige van een heuse verbondssluiting. Namens de regering waren de ministers Kaag van Ontwikkelingssamenwerking en Schouten van Landbouw aanwezig. De brancheorganisaties van de supermarkten waren aangeschoven, twee vakbonden en ook enkele ontwikkelingsorganisaties – waaronder Woord en Daad.
De RD-lezers zijn vertrouwd met het idee van een verbond. In de Bijbel staan vele voorbeelden: God Die een verbond aangaat met mensen, mensen die onderling verbonden aangaan. Verbonden worden uit overtuiging en in vrijheid gesloten. Ze brengen voor alle partijen verantwoordelijkheden mee. In Galaten 3 zegt Paulus dat als mensen onderling een verbond aangaan, zij dat niet teniet mogen doen en er ook niet eenzijdig dingen in mogen veranderen. Een verbond is niet vrijblijvend.
Terug naar die loods van Santas. Het was een gemêleerd gezelschap van partijen die zich inzetten voor duurzaam produceren en consumeren. De afspraak die gesloten werd, heette niet ”verbond” maar ”convenant”, dat afstamt van het Latijnse ”convenio”: samenkomen of overeenkomen. In de geschiedenis kreeg het begrip de betekenis van een schriftelijk vastgelegde afspraak. De laatste jaren is het idee van een convenant weer actueel. Zo is er een convenant gesloten voor duurzame kleding, na een verschrikkelijke ramp in een fabriek in Bangladesh, waar spijkerbroeken voor Nederlandse winkels gemaakt werden.
Het convenant dat Woord en Daad ondertekende, gaat over voedingsmiddelen uit ontwikkelingslanden. Het gaat niet uit van de PVV-filosofie, want het duurt veel te lang voordat alle consumenten om duurzame producten vragen. Het gaat ook niet uit van de GroenLinksfilosofie, die te veel van de overheid verwacht. Het idee van dit convenant is dat de supermarkten zélf, met hun enorme marktmacht, uit overtuiging toewerken naar méér duurzame productie. Zij slaan daarvoor de handen ineen met Woord en Daad en andere organisaties die weten hoe je met boeren en ondernemers in ontwikkelingslanden duurzame productie organiseert. De overheid ondersteunt het proces en overweegt om met wetgeving te komen als het niet snel genoeg gaat. Juist de combinatie van partijen maakt het tot een waardevolle afspraak.
Mensen kunnen verbonden breken. Of aangegane verplichtingen niet nakomen. De Bijbel geeft ook daarvan voorbeelden. Elkaar aanspreken, stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen, hoort dus bij dit convenant. Wie weet komt er een dag dat we niet meer zo vreselijk hoeven op te letten als we bij Lidl en Jumbo ons karretje vullen.
Evert-Jan Brouwer, politiek adviseur Woord en Daad