Kerk & religie

„Liefde tot Hem kan niet zonder verborgen omgang”

„De oorsprong van de liefde tot God is uit God Zelf. Liefde tot God kan niet bestaan zonder verborgen omgang met Hem. Zou de oorzaak van onze zwakte in het kerkelijk leven soms het ontbreken van die liefde en die verborgen omgang met God zijn?”

Van een medewerker
8 July 2004 11:05Gewijzigd op 14 November 2020 01:24Leestijd 3 minuten

Deze vraag stelde ds. N. den Ouden uit Genemuiden woensdag aan de bezoekers van een zomermiddagbijeenkomst van de Nederlandse hervormde mannenverenigingen op gereformeerde grondslag, streek Nunspeet. De bijeenkomst had dit jaar als thema ”Het gebod van de liefde”.

Ds. N. den Ouden verzorgde de eerste toespraak met als titel ”Liefde tot en opzien naar God boven alles”. De Genemuider predikant nam zijn uitgangspunt in het slotgedeelte van 1 Johannes 4. Hij stelde dat vooral in „onze bewogen tijd van verscheurdheid” Jezus’ vraag „Hebt gij Mij lief?” de centrale en hartdoorzoekende vraag blijft.

„De liefde is het grondbeginsel van de ware dienst aan de Heere. God liefhebben én Hem dienen is bijna synoniem”, aldus ds. Den Ouden. „Liefde is nauw met kennis verbonden. God wil door mensen bemind worden. Omdat wij van Hem vervreemd waren, maakte Hij Zich in Zijn openbaring bekend. De verborgen kant van de liefde is het zoeken van Zijn nabijheid in de verborgen omgang. Maar de liefde tot God gaat ook altijd gepaard met liefde tot Zijn instellingen en komt ook naar buiten in een Gode welbehaaglijk leven. Dat is de openbare kant: een werkzame liefde die alles in beweging zet. Bij deze liefde hoort ook blijdschap en de onbaatzuchtige overgave aan God en de naaste.”

Ds. A. L. van Zwet uit Hoevelaken sprak over ”Liefde tot en omzien naar de naaste”. Hij nam zijn uitgangspunt in Romeinen 13:8-15. „Met recht kunnen we spreken over het dubbelgebod der liefde. Echter, dubbelgebod betekent niet dubbele moraal. Het gebod de naaste lief te hebben, hangt er niet bij. Christus leert ons niet dat de liefde tot God gelijk is aan die tot de naaste”, aldus ds. Van Zwet.

De Hoevelakense predikant stelde dat in de aanhef van de wet direct de eenheid Gods klinkt. „Van daaruit moet het dubbelgebod ook worden verstaan. Orthodoxie is onlosmakelijk verbonden aan orthopraxie. Wie de samenhang losmaakt, vervalt in uitersten: óf een totaal verinnerlijkte godsdienst, óf een louter humanisme. Het getuigenis van de Wet en de profeten betreft altijd de rechte dienst aan God én de rechte verhouding met de naaste. Dit gedeelte uit Romeinen 13 werd bewust geschreven met het oog op de eindtijd. Voor de wederkomst komt vanwege de liefdeloosheid de verhouding tussen mensen onder zware druk. Als dan de natuurlijke mens ontaardt, laten dan de christenen des te meer op Christus lijken.”

De praktijk van het liefdesgebod uit zich volgens ds. Van Zwet in het liefdevol naar elkaar omzien en zal een toetssteen voor de christelijke gemeente zijn. „Persoonlijk moeten we dat geheim kennen, namelijk zelf ervaren wat opzoekende liefde is. Als we zelf uit die bron van goddelijke liefde leven, zijn we ook in staat anderen daarin te laten delen. Dan kenmerkt ons leven zich niet door de houding van halen wat er nog te halen is, maar redden wat er nog te redden is. Pas dan zijn we wervend als christen in een stervende wereld. De tijd waarin wij leven staat niet toe dat we elkaar bestrijden in de kerk en verscheurd leven. Deze tijd vraagt om een opwekking in de kerk, omdat opwekkingen altijd gepaard gingen met zorg voor lijdenden en misdeelden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer