Nog meer stakingen in het onderwijs? Onbegrijpelijk
Is-ie daar dan? Die belangrijke stap in de salarisontwikkeling van leraren? Vakorganisaties en werkgeversorganisatie PO-Raad hebben een akkoord bereikt voor een cao in het primair onderwijs.
Die cao zet een significante verbetering in waar alle leraren van zullen profiteren. Het is prachtig dat er na veel onrust een akkoord is bereikt waarin het beschikbaar gestelde geld door minister Slob merkbaar en zichtbaar wordt ingezet voor de positie van leraren.
De basisschaal voor leraren, schaal LA, wordt afgeschaft en omgezet in een nieuwe schaal L10. Om schaal LA is altijd veel te doen geweest: het startsalaris voor beginnende leraren was weliswaar goed te noemen, maar de verdere salarisgroei bleef zowel in tempo als in het eindsalaris achter bij andere schalen in het onderwijs.
Daarbij werd dan vooral ook gekeken naar het verschil met de basisschaal voor leraren in het voortgezet onderwijs. Met de invoering van schaal L10 als basisschaal wordt er een belangrijke stap gezet in het inlopen van dit verschil, en verbetert de salarispositie van leraren aanzienlijk. De salarissen in schaal L10 liggen ten minste op het niveau van de huidige schaal LB, de schaal waar leraren in het basisonderwijs in sommige situaties naartoe zouden kunnen groeien. Alle leraren gaan onverkort, met behoud dus van hun huidige trede in de schaal, over naar de nieuwe hogere loonschaal L10.
En dat is nog niet alles. Omdat er voor deze nieuwe inschaling –die neerkomt op een salarisverhoging– reeds budget vanaf januari 2018 beschikbaar was, ontvangen alle leraren in oktober 2018 een eenmalige nabetaling van salaris, die neerkomt op een bedrag ter grootte van ongeveer 42 procent van het bruto maandsalaris. Nog los van een algemene verhoging van 2,5 procent en een eenmalige uitkering in oktober van 750 euro.
Al met al ontwikkelingen die zijn toe te juichen. Want eerlijk is eerlijk: de doorgroeimogelijkheden van leraren in het basisonderwijs zijn best beperkt, en de kans op salarisverbetering hing in de meeste gevallen direct samen met het beschikken over evidente leiderschapskwaliteiten. Nu worden de salarissen generiek verbeterd, waarmee ook de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep naar verwachting een nieuwe impuls zal krijgen. En dat is, gezien de tekorten aan leerkrachten, hard nodig.
Het stuit me dan ook tegen de borst dat de vakorganisaties hebben aangekondigd dat de geplande estafettestakingen gewoon doorgaan. De actiegroep PO in actie noemt de huidige cao zelfs „een nood-cao” en wijst op de blijvende werkdruk in het primair onderwijs en het nog steeds bestaande verschil met de salariëring in het voorgezet onderwijs, die volgens de organisatie niet te rechtvaardigen zou zijn.
Ondanks dat ik best in een aantal zaken kan meevoelen, bekruipt me een vervelend gevoel ten aanzien van deze opstelling. De huidige cao laat zien waar overleg in een goed overlegklimaat toe kan leiden. Daarbij komt dat een staking in het onderwijs niet zozeer een actie is die gericht is tegen de werkgevers, maar tegen de overheid die gelden ter beschikking moet stellen. Los van mijn Bijbels-principiële bezwaren tegen staken, zou ik zeggen: dit vecht je toch niet uit over de rug van leerlingen en ouders?
De auteur is coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de RMU. Reageren? sociaal@refdag.nl