De rechtbank is donderdagmiddag begonnen aan de bespreking van het dossier over de moord op Endstra. Holleeder is eerder veroordeeld voor het systematisch afpersen van de vastgoedman. Die straf heeft hij uitgezeten. Endstra werd op 17 mei 2004 in de buurt van zijn kantoor aan de Apollolaan in Amsterdam-Zuid doodgeschoten.

In de periode daarvoor voerde Endstra in het geheim een reeks gesprekken met de politie, onder meer over de afpersing door Holleeder. Hoe Holleeder daarachter is gekomen, weet Astrid niet. „Maar hij wist het”, aldus de getuige. Volgens haar was het Holleeders grote angst dat Endstra met de politie zou praten.

Ook bij de behandeling van dit specifieke dossier kwam het tot stevige aanvaringen tussen getuige Astrid en haar broer. Daarbij ging het vooral over een officier van justitie die Holleeder door de jaren heen de hand boven het hoofd zou hebben gehouden en ervoor zou hebben gezorgd dat hij in diverse zaken niet werd vervolgd. Uitlatingen van Astrid daarover wekten bij zowel Holleeder als zijn advocaat Sander Janssen grote irritatie, omdat zij vinden dat de naam van die officier op tafel moet komen.

Op verzoek van Janssen sloot de rechtbank de deuren, zodat dit mogelijk heikele onderwerp besproken kan worden zonder dat de naam direct op straat ligt. Astrid Holleeder verklaarde zich bereid de naam te noemen, op voorwaarde dat advocaat Janssen deze niet alsnog via de media bekend zou maken.