Koningspaar begint streekbezoek in Hoorn
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima zijn donderdagmorgen bij het Oostereiland in het zonovergoten Hoorn bij het begin van hun streekbezoek aan West-Friesland verwelkomd door commissaris van de koning Johan Remkes. Hij nam het paar mee naar de nieuwe bioscoop annex museum om de burgemeesters voor te stellen van de gemeenten die tijdens de koninklijke visite worden aangedaan. Naast Hoorn zijn dat Drechterland, Stede Broec, Enkhuizen en Medemblik. „Vijf van de zeven gemeenten van West-Friesland”, zei Remkes.
Tijdens het korte samenzijn werden alvast een aantal van de uitgangspunten van het programma van dit twaalfde koninklijke streekbezoek aangestipt. Remkes was verheugd dat het koningspaar na een eerder streekbezoek aan de Kop van Noord-Holland nu hier een kijkje kwam nemen, een regio met naar zijn zeggen een ‘roemruchte geschiedenis’. Hij noemde de West-Friezen ‘hard werkende nuchtere werkers’, die net als in voorgaande eeuwen nog steeds met handel de hele wereld bestrijken. „Ik denk dat u vandaag een goed beeld van de regio zult krijgen”, aldus Remkes.
West-Friesland heeft tegen een historische achtergrond de blik stevig gericht op de toekomst, en het Oostereiland waar het gezelschap werd ontvangen is daarvan een goed voorbeeld. In de Gouden Eeuw, toen onder andere vanuit Hoorn de uithoeken van de wereld werden bevaren, was er een scheepswerf van de VOC gevestigd met pakhuizen en nu is het eiland opgepoetst met woningen, kantoren, een museum, cinema en een hotel, grotendeels in een voormalige gevangenis.
Het verblijf in Hoorn duurde bijna een uur. Na een korte wandeling en vaartochtje met een watertaxi door de haven, waar het publiek rijen dik langs de kant stond om ‘meneer de koning’ en Máxima toe te zwaaien, vertrokken koning en koningin naar de bouwkeet van bouwbedrijf Heijmans in Drechterland om een kijkje te nemen bij de aanleg van de Westfrisiaweg, de voor deze regio belangrijke verbinding tussen Alkmaar en Enkhuizen, en vandaar met Zwolle.