De verklaring van de rechtbank, op 20 juni, was een nieuwe tegenslag voor Siham Qandah, zo berichtte de Amerikaanse nieuwsdienst Compass Direct dinsdag. Al zo’n zes jaar probeert haar broer Abdullah al-Muhtadi het voogdijschap over haar twee minderjarige kinderen, Rawan en Fadi, op zich te nemen. Hij wil hen een islamitische opvoeding geven.

De Al-Abdali sharia-rechtbank in Amman had in april een onderzoek ingesteld naar de beschuldiging dat al-Muhtadi zo’n 20.000 dollar uit een speciaal VN-fonds, bedoeld voor Qandahs beide kinderen, had verduisterd. Zou hij schuldig worden bevonden, dan zou hij niet langer hun voogd mogen zijn.

In een toelichting op de niet-ontvankelijkverklaring noemde rechter Mahmud Zghul de door Rawan aangespannen rechtszaak tegen haar oom „ongegrond (…) en geen reden tot een proces.” Zo stelde hij dat de frauduleuze handelingen waaraan al-Muhtadi zich volgens het meisje had schuldig gemaakt alle waren goedgekeurd door andere rechters.

„De rechter weet dat als hij zich uitspreekt tegen de broer van Siham, andere rechters in moeilijkheden worden gebracht”, zei een van Qandahs vrienden tegen Compass. „Daarom wil hij de zaak niet verder onderzoeken.”

Opnieuw staat het al-Muhtadi nu vrij om Qandahs kinderen desnoods met geweld bij haar weg te halen. Qandah zelf kan elk moment in de gevangenis terechtkomen omdat zij weigert de uitspraak van het islamitische hooggerechtshof uit 2002, om Rawan en Fadi over te dragen aan haar broer, op te volgen.

„Nu zit Siham echt in de problemen”, verklaarde een christelijke bron uit Amman. Advocaat Rateb al-Dhaher, die de weduwe en haar dochter juridisch bijstaat, is echter niet van plan zich bij de uitspraak neer te leggen en ging meteen in beroep. Op 18 juli, is de bedoeling, zal hun zaak worden behandeld.

Rawan en Fadi, beiden gedoopt, verloren hun vader tien jaar geleden toen deze het leven liet als militair in de VN-vredestroepen in Kosovo. Toen Qandah zich kort daarna wilde laten registreren om in aanmerking te komen voor een uitkering, gaf een islamitische rechtbank haar te kennen dat haar man zich drie jaar voor zijn dood had bekeerd tot de islam, maar dit nooit tegen zijn vrouw en kinderen had gezegd. Hij zou hiertoe zelfs een verklaring hebben ondertekend.

Qandah en haar kinderen verblijven al jaren ondergronds, dan hier, dan daar. Ondanks internationale druk en diplomatieke acties kunnen zij zich nog altijd niet vrij bewegen. Ook mogen zij Jordanië niet verlaten. Vooraanstaande autoriteiten in het land beweren dat Qandah niet beschikte over de juiste advocaten en dat haar zaak daarom niet tot een afdoende oplossing is gekomen. Volgens lokale bronnen zit het probleem echter dieper en heeft het alles te maken met het juridisch systeem van Jordanië.