Waarheid in het binnenste
Psalm 51:8
„Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend.”
Ik zeg: er zijn mensen die wel gebeterd zijn, maar niet bekeerd. Ik bedoel zulke mensen die zichzelf opgelapt hebben, die misschien vroeger nimmer onder de middelen kwamen maar nu trouw naar de kerk gaan. Vroeger waren zij ruwe vloekers, maar nu zijn zij zeer ordentelijk. Ook zijn er die vroeger bedriegers en onderdrukkers waren, maar nu ieder het zijne geven en niemand overlast aandoen, maar die nog de hartveranderende genade en de waarheid in het binnenste missen. Zij hebben nimmer een arme zondaarsstaat leren kennen. Ook hebben zij niet uit de diepte van ellende tot God leren roepen. Ook hongeren en dorsten zij niet naar de Heere Jezus. Tot zulke mensen moeten wij zeggen: „Och mens! een zedelijke verbetering is maar een halve en een onechte zuster van de waarachtige bekering, en het zal u in de eeuwigheid niets baten, het zal u ten minste zeker niet zalig maken, ook al bent u niet meer zo ruw als voorheen. Ook zal het u niet zalig maken, al hebt u van uw jeugd af met de rijke jongeling als een zedelijk en eerbaar burger onder de mensen verkeerd, zonder dat ooit iemand over uw wangedrag geklaagd heeft. Ook zal het u niet zalig maken, al bent u een aanhanger en voorstander van de waarheid, die naar de godzaligheid is.
Wulfert Floor, landbouwer te Driebergen
(”Al de eenvoudige oefeningen”, 1913)