AzG: Nederland doet te weinig tegen crisis Darfur
Het Nederlands kabinet doet te weinig tegen de crisis in de Sudanese regio Darfur. Dat zei hulporganisatie Artsen zonder Grenzen dinsdag op een persconferentie in Amsterdam.
„Geld geven voor noodhulp is een ding, maar het kabinet moet politieke druk op de strijdende partijen in Sudan mobiliseren. Nederland moet als voorzitter van de EU stevig met de vuist op tafel slaan. Tot nog toe doen alleen de Amerikanen dat", aldus nood–coördinator Ton Koene van Artsen zonder Grenzen.
Door de gevechten in de regio Darfur zijn tussen de 10.000 en 30.000 mensen omgekomen. Zeker 1,2 miljoen Sudanezen zijn op de vlucht geslagen. In het gebied dreigt grote hongersnood.
Minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) gaf al 20 miljoen euro aan hulp voor Sudan. Bovendien was zij betrokken bij de vrede tussen de regering van het land en de rebellen in het zuiden. Ook oefent ze druk uit op de regering in Khartum om het conflict in de westelijke regio Darfur (zo groot als Frankrijk) te beëindigen.
Maar volgens Artsen zonder Grenzen kan Van Ardenne meer doen. „Geld geven en waarnemers sturen is niet voldoende, gezien de noden in het land. Het geweld moet eerst beëindigd worden en alleen de regering in Khartum kan de moordende Janjaweed–milities stoppen. Daarom moet de druk op Khartum worden opgevoerd", aldus Koene.
AzG heeft ongeveer honderd internationale medewerkers in Darfur en 2500 lokale staf. In totaal zijn er niet meer dan 250 internationale hulpverleners in de regio. AzG hoopt de eigen aanwezigheid snel te verdubbelen en wil ook een eigen chartervliegtuigen met hulpgoederen laten vliegen naar het gebied.
De grootste bedreigingen voor de bevolking van Darfur zijn nog altijd de het geweld van het leger dat met helikopters bombardeert, en de Arabische Janjaweed–milities die al 400 dorpen en 55.000 huizen hebben aangevallen en platgebrand. Ook staan de Janjaweed bekend om verkrachtingen.
Volgens Koene van Artsen zonder Grenzen dreigt er verder grote hongersnood in het gebied en liggen epidemieën van cholera, malarie en diarree op de loer. Met dagelijks vier doden per 10.000 inwoners ligt de „totale chaos" in Darfur al dubbel zo hoog als de internationale norm voor een ’crisis’.