Consument

Op haaienjacht in een Noors fjord

Misschien is Noorwegen in de herfst wel op zijn mooist. De bomen tooien zich dan in prachtige kleuren en ook de zon laat zich vaak zien.

18 June 2018 08:19Gewijzigd op 16 November 2020 13:33
Noorwegen is een perfect land om per camper te verkennen. Prettig is dat wildkamperen vrijwel overal is toegestaan. En dat het landschap na elke bocht wisselt, is nauwelijks overdreven. beeld RD
Noorwegen is een perfect land om per camper te verkennen. Prettig is dat wildkamperen vrijwel overal is toegestaan. En dat het landschap na elke bocht wisselt, is nauwelijks overdreven. beeld RD

Met een camper rol ik aan het begin van de middag van de boot in Bergen. Het weer is druilerig, maar daar staat de op een na grootste stad van Noorwegen om bekend. Het mag echter de pret niet drukken, want ik geniet nog na van de comfortabele boottrip met Fjord Line. De veerboot bracht me na 16,5 uur varen van Hirtshals in Denemarken naar de Noorse havenstad. Het eten aan boord is van hoge kwaliteit. En je ’s nachts door de deining van de boot in slaap laten wiegen, is een unieke ervaring.

Na een kort verblijf in Bergen toer ik richting de regio Trondelag. Na elke bocht is het landschap weer anders. Watervallen, snelstromende beekjes, bergmeren, besneeuwde bergtoppen; alles komt voorbij. Ook de luchten laten wisselende tonelen zien: van een wolkeloze blauwe hemel via één grijze massa tot een donkerblauwe dreiging waar elk moment neerslag uit kan vallen.

Na een dag Trondheim –het centrum van de regio Trondelag– rijd ik langs het gelijknamige fjord naar Frosta. Na een rit van zo’n 80 kilometer heet Per Arne Myraunet me hartelijk welkom in zijn boerderijwoning. Samen met zijn vrouw Anne-Grete runt hij het vakantiecomplex Frosta Fjordbuer.

Per Arne is deze dag mijn visgids. Samen gaan we vissen op het Trondheimfjord, met ruim 130 kilometer lengte het op twee na langste fjord van Noorwegen. Met een heerlijk herfstzonnetje en een licht briesje lijkt een succesvolle visdag gegarandeerd.

Nadat alle benodigdheden aan boord zijn geladen, start Per Arne de 50 pk-motor van de 4,5 meter lange boot. Na ongeveer een kwartier varen, wagen we een eerste poging. Volgens de navigatie aan boord ligt de bodem van het fjord 15,6 meter onder ons. Dat is behoorlijk diep, maar vergeleken met andere plaatsen –waar het honderden meters diep kan zijn– valt het wel mee.

Doornhaai

Luttele minuten later vliegt de eerste vislijn overboord. De zes haken bevatten kunstaas: visjes van kunststof en lood. Rustig dobbert de boot op de golven. In de wijde omtrek is geen enkel ander vaartuig te zien. Af en toe halen we de onderlijn binnen. En hoewel de regelmatig piepende apparatuur verraadt dat er vis in de fjord zit, blijft een eerste aanbeet uit.

Dan heeft Per Arne ‘beet’. De hengel trekt helemaal krom. Kort daarna is het ook bij mij prijs. De hengel vliegt bijna uit de steun, het water in. In eerste instantie is er in beide hengels geen beweging te krijgen. Een blik op de camera aan boord leert dat we waarschijnlijk vastzitten in een zandbank. Na verwoede pogingen slagen we er gelukkig beiden in om de onderlijn ongeschonden boven water te krijgen.

Na nog enkele vergeefse pogingen om een vis te verschalken, besluiten we ons heil enkele honderden meters verderop te beproeven. Nu is het snel raak. Een grote vis laat de hengel flink doorbuigen. Stukje bij beetje lukt het om met de reel –een speciaal type vismolen– de vis richting boot te dirigeren. Enkele minuten later spartelt het dier in de grote groene bak in de boot. Het blijkt een doornhaai te zijn van zeker een meter lang. Na een fotosessie gaat de vis weer overboord.

Na zo’n drie uur vissen blijft de teller steken op drie doornhaaien. Een vierde vis hapt toe, maar slaagt erin zich vlak voor de boot te ontdoen van de haak en kiest het ruime sop. Volgens Per Arne is de vangst van haaien kenmerkend voor de tijd van het jaar. „In september is het hiervan vergeven.” Blij is hij er niet mee, omdat haaien niet echt geschikt zijn voor consumptie. „Bovendien verjagen ze andere vissen.”

Rond koffietijd zijn we weer terug in Frosta. Nadat we ons tegoed hebben gedaan aan het zwarte goud en zelfgemaakte honingcake, showt Per Arne zijn vakantiecomplex, bestaand uit twee houten huizen. Hoewel het geheel eenvoudig oogt, zijn de woningen –met elk zeven bedden– voorzien van alle gemakken.

Rond zijn boerderij heeft het echtpaar een appelboomgaard. In zijn schuur laat Per Arne de apparaten zien waarmee hij sap maakt. De imkerkasten die hij aan een rand van de boomgaard heeft staan –op een plaats waar hij een groot deel van het fjord kan overzien– zijn echter zijn trots. „Voor het vissen heb ik niet veel geduld. Als ik na vijf minuten nog geen beet heb, denk ik aan al het werk dat thuis wacht. Maar ik kan rustig twee uur op een stoel zitten om naar mijn bijen te kijken.”

Luthers

Voordat ik via het hooggebergte Jotunheimen weer terug naar Bergen rijd, dringt Anne-Grete erop aan dat ik een hapje met hen mee-eet. Ook hun twee nog thuiswonende zonen schuiven aan tafel. Het lutherse echtpaar heeft zes kinderen. Het gezin bezoekt elke zondag de lokale kerkelijke gemeente. Twee van de kinderen van het stel zijn actief bij internationale christelijke organisatie Jeugd met een Opdracht. Voordat we ons te goed doen aan het rijstgerecht, bidden we het lied: „Voor al uw goede gaven, Heer.”

De familie leeft van de opbrengst van het toerisme, evenals van wat de appelbomen en bijen produceren. Enkele dagen in de maand staat het echtpaar met appel- en honingproducten op de markt in Trondheim. Gasten mogen echter kosteloos van de oogst meegenieten.

www.frosta-fjordbuer.no

www.facebook.com/search/top/?q=frosta%20fjordbuer

Acht euro voor een biertje

Noorwegen, dat is toch verschrikkelijk ver weg? De oversteek Denemarken-Noorwegen is ongetwijfeld een psychologische barrière, maar de luxe veerboten van onder andere Fjord Line –waarvan er enkele op groene brandstof varen– zorgen ervoor dat de tijd vliegt. Vanaf het Deense Hirtshals –dat op zo’n 950 kilometer afstand van Utrecht ligt– is het mogelijk om te varen naar onder meer Langesund (voor wie naar het oosten of midden van het land wil), Kristiansand (zuiden), Stavanger en Bergen (westen).

Noorwegen is hét land voor wildkampeerders. In 1957 werd het allemansrecht vastgelegd. Dat wil zo veel zeggen als dat Noren én toeristen buiten campings mogen overnachten. Een voorwaarde is wel dat er 150 meter afstand moet worden gehouden tot het dichtstbijzijnde huis.

Wie het kamperen te primitief vindt en het reizen per auto te tijdrovend, kan ook prima het vliegtuig nemen. Vanaf Schiphol is het minder dan twee uur vliegen naar hoofdstad Oslo of naar Bergen. Wie naar regio Trondelag wil, kan het beste vliegen naar Trondheim. Overnachten in hotel of vakantiehuis betekent wel dat de vakantie niet goedkoop wordt, want de levensstandaard in Noorwegen ligt hoog. Een euro of acht neertellen voor een biertje is niet ongewoon.

www.visitnorway.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer