Boonstra mag gerechtshof mijden
Cor Boonstra hoeft dit najaar niet zelf te verschijnen voor het gerechtshof in Amsterdam. Het Openbaar Ministerie (OM) wilde graag dat de gewezen Philips–topman persoonlijk in het beklaagdenbankje zou plaatsnemen als in november het hoger beroep dient in een voorkenniszaak tegen hem. Het hof vindt het echter niet nodig dat Boonstra bij de zitting aanwezig is.
Rechter J. Verspyck Mijnssen liet dinsdag weten dat hij het prettig zou vinden als Boonstra komt opdagen. Maar noodzakelijk is zijn aanwezigheid in de rechtszaal niet, stelde hij.
Vorig jaar bleef de ex–topman al de grote afwezige toen de voorkenniszaak voor de rechtbank kwam. De aanklager probeerde Boonstra toen ook tevergeefs te dwingen om naar de rechtszaal te komen.
Volgens zijn advocaat J. Italianer heeft Boonstra geen trek in het hele mediacircus rondom de rechtszaak. Bovendien „zou het een illusie zijn" om te denken dat de gewezen topman tijdens de zitting nieuwe feiten boven tafel brengt, aldus de raadsman.
Het hof hield dinsdag een regiezitting, waarin het de proceslijnen voor het hoger beroep uitzet. De voorkenniszaak tegen Boonstra wordt op 19 november inhoudelijk behandeld.
Boonstra wordt verdacht van handel met voorkennis in aandelen Endemol. De voormalig bestuursvoorzitter van Philips kocht in maart 2000 voor ongeveer 500.000 euro een pakket aandelen in het entertainmentconcern. Anderhalve week nadat hij zijn kooporder bij zijn Belgische bank had neergelegd, maakte Endemol bekend dat het werd opgekocht. De overname door het Spaanse telecomconcern Telefónica bezorgde de aandelenkoers van Endemol een aanzienlijke opleving.
De rechtbank sprak Boonstra vorig jaar vrij van de beschuldigingen. Het OM is tegen die uitspraak in hoger beroep gegaan. De aanklager zei dinsdag dat hij over nieuwe telefoongegevens beschikt, die belastend zouden zijn. Ook zoekt het OM nog bij Philips naar extra bewijsmateriaal tegen de oud–topman.
Boonstra zelf tekende bij het gerechtshof beroep aan tegen de veroordeling voor een kleinere misstap, die samen met de voorkenniszaak werd behandeld. Het betreft de handel in stukken van Ahold, waarvan hij geen melding maakte bij de beurswaakhond AFM. Daartoe was Boonstra wel verplicht, omdat hij destijds commissaris was bij het supermarktconcern. De rechtbank legde hem hiervoor een boete op van 135.000 euro.