Opperrabbijn Jacobs: Ik ben nooit een marionet geweest
Zo’n 35 jaar was hij vicevoorzitter van de orthodox-joodse Cheiderschool in Amsterdam. Aan het eind van het schooljaar draagt Binyomin Jacobs het stokje over. „De school moet zichzelf blijven én contact houden met de buitenwereld.”
„Kent u het verhaal van die beroemde rabbijn en zijn Talmoedcursus?” wil Jacobs weten. Meteen steekt hij van wal. Over de joodse leraar die het verzoek kreeg zijn hoogstaande onderwijs eenmalig met vijf minuten te bekorten. Hij weigerde, met de woorden: „Straks geven mijn leerlingen een kwartier korter les. En uiteindelijk doet de apotheker op de Grote Verzoendag de winkel niet meer dicht.”
Die apotheker stond toentertijd model voor de niet-gelovige wereld, verduidelijkt Jacobs. „De rabbijn bedoelde dus: een kleine verwatering in de kern kan al leiden tot verval in de periferie.” Meteen geeft hij de toepassing: het Cheider moet na zijn vertrek als bestuurder op dezelfde grondslag blijven staan.
De identiteit van de school moet blijven zoals hij is?
„Zonder enige twijfel. In Europa rukt een nieuwe religie, genaamd secularisatie, steeds verder op. Zo dreigt Engeland het identiteits- gebonden onderwijs aan banden te leggen. Leerkrachten mogen daar dan niet meer zeggen: „De evolutietheorie is een prima theorie, maar wel gebaseerd op een voor ons onaanvaardbare hypothese.” Of: „In onze optiek staat de Schepper aan het begin van Zijn Schepping.” Het moet neutraal worden gebracht. Die kant kan het ook opgaan in Nederland.
Het geloof in de Eeuwige moet echter leven in de hele maatschappij. Dat vraagt om een school die de strijd intensiveert tegen de vaak overheersende secularisatie. Overigens zonder het contact te verliezen met de buitenwereld én met respect voor andersdenkenden.”
In 2012 speelde er een ontuchtkwestie op het Cheider. Als bestuurder zou u hebben geprobeerd die zaak in de doofpot te stoppen.
„Er wordt soms onzin over mij beweerd, dat klopt. Als opperrabbijn word ik door sommigen beschouwd als het zogenaamde gezicht van joods Nederland. Dat roept weleens verzet op. Ook in eigen kring. Dat ik koersvast ben en blijf, valt niet overal in goede aarde. Een enkeling wil je dan onder druk een andere kant op dwingen. Dat mag, mits zonder morele chantage. Daar ben ik, mede door mijn werk in de joodse psychiatrische instelling het Sinaï Centrum, allergisch voor. Ik ben nooit een marionet geweest en ik zal het nooit worden ook.
Ik heb bewust gewacht met terugtreden tot de rechter zich had uitgesproken over deze zaak. Het vonnis van vorige maand is helder: van de zeven aangiften van ontucht en/of aanranding tegen een ex-docent vindt de rechtbank er één wettig en overtuigend bewezen. Daarvoor is een celstraf en een beroepsverbod opgelegd. Niet aan het Cheider, aan een ex-leraar, welteverstaan. Nergens in de hele rechtszaak is vermeld dat de schoolleiding zaken onder het tapijt heeft willen vegen. Er is gehandeld conform wet en regelgeving.
Ik wil overigens wel hebben gezegd dat een ontuchtzaak meemaken voor alle betrokkenen een nachtmerrie is. Ik wens dat geen enkele ouder toe en geen enkele school. Maar we gaan verder, ondanks het gebeuren. Het Cheider moet en zal weer overgaan tot de orde van de dag, het bieden van kwalitatief goed onderwijs, algemeen en joods. Veilig vanbuiten, maar zeker ook vanbinnen.
Gelukkig zijn er ook opstekers. Al onze vijf examenkandidaten zijn geslaagd, werd mij zo-even gemeld via WhatsApp.”
Wanneer legt u uw taken bij het Cheider neer?
„Dat doe ik niet. Ik word voorzitter van de adviesraad, een orgaan met vertegenwoordigers uit de kerken, het bedrijfsleven en de politiek. Maar inderdaad, aan het eind van het schooljaar stop ik als bestuurder. Een nieuwe generatie neemt het stokje over. Er kunnen bestuurders aantreden die of zelf op het Cheider hebben gezeten of nu kinderen op school hebben. Dat is een geruststellende gedachte voor iemand die volgend jaar 70 wordt en 35 jaar vicevoorzitter is geweest. Wat verder meespeelt, is dat het werk dat ik doe bij het Rabbinical Centre of Europe (RCE) ter ondersteuning van de Europese rabbijnen recent met een extra taak is uitgebreid. Ik ben voorzitter geworden van een afdeling die onze contacten met Europese overheden moet bevorderen in de strijd tegen het antisemitisme. Ik moet dus nog vaker naar het buitenland.”
Hoe staat het Cheider er anno 2018 voor?
„Het waarborgen van de veiligheid van de leerlingen was en is voortdurend een aandachtspunt. Soms was ik bij wijze van spreken drukker met het doornemen van het zoveelste plan voor een nieuw veiligheidshek om de school dan met het reilen en zeilen in de school. Ik verzuchtte weleens: Wanneer kan ik aan de slag met meer inhoudelijke bestuurstaken? Zoals regelmatiger gesprekken voeren met de directie, helpen bij het werven van nieuwe leerkrachten of uitleg geven aan onze niet-joodse medewerkers over de achtergronden van het jodendom. Uiteraard doceren zij de algemene vakken en niet de joodse, maar ze worden wel dagelijks met het jodendom in zijn volle diversiteit geconfronteerd. Ook privé krijgen ze vragen over het werk dat ze op dat vaak onbekende, ultra-orthodoxe Cheiderschooltje doen.
De financiën blijven een voortdurende zorg. Hetzelfde geldt voor de instroom van leerlingen. Die is licht dalende, doordat jaarlijks een aantal joden uit zorg over het opkomend antisemitisme Nederland verlaat. Het bestuur moet dan ook alert blijven op noodzakelijke ombuigingen. Maar goed, als gemeenschap doen we al eeuwen niets anders dan vechten om overeind te blijven. Dat moeten we maar gewoon blijven doen.”